Wesley Sneijder gaat naar Rusland, met of zonder Danny Blind

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

Wesley Sneijder gaat naar Rusland, met of zonder Danny Blind

Elke week schrijft Martijn Neggers een sportcolumn voor VICE Sports over het theater achter het Nederlands voetbal. Neggers staat erbij en kijkt ernaar.

Het is 1998. Het Nederlands elftal heeft een van de beste elftallen van de wereld, met spelers als Edgar Davids, Jaap Stam en Dennis Bergkamp. Ergens in Frankrijk neemt Harry Vermeegen samen met Danny Blind elke speeldag een itempje op. Voor Danny Blind is het zijn eerste WK waar hij niet aan meedoet. Harry beleeft op dat moment zijn gouden jaren met De Regenjas en, speciaal voor het WK, De Oranje Regenjas. Elke dag dat het Nederlands elftal moet spelen, staan Harry en Danny achter een barbecue. Op een groot rek staan allerlei verschillende soorten barbecuesaus met de namen van de spelers van het Nederlands elftal op het etiket. De filmpjes zijn voor altijd verloren gegaan, maar zo ging het ongeveer:

Advertentie

“Danny!”, roept Harry enthousiast. “Danny! Zeg het maar hoor! Hoe gaan wij winnen van die Argentijnen?!”

“Har, het is eigenlijk heel simpel,” antwoordt Danny Blind zoals hij nog steeds op alle vragen antwoord geeft. “We gaan gewoon winnen van Argentinië, namelijk. Geen enkel probleem.”

“Oh! Danny! Het! Is! Heel! Simpel! Zeg je!”

“Ja, Har, het is heel simpel.”

Vervolgens begint Danny met flesjes te schuiven. Arthur Numan een beetje naar voren, Frank de Boer op tafel. Cocu wat naar links, Jonk wat naar rechts: ruitje maken. Harry kijkt met gesperde ogen naar Professor Blind.

“Nou, en zo gaan wij dus winnen van Argentinië.”

“Danny! Het! Is! Eigenlijk! Zo! Simpel!”

Dan legt Blind een speklapje op de barbecue en er begint een flauw gitaarliedje uit de jaren negentig te spelen. De camera zoomt uit, de flesjes komen nog één keer in beeld. Harry kijkt nog een keer juichend de camera in. Tijd voor de reclame.

Als je door de koddige filmpjes en het amateurtoneel van Vermeegen en Blind heen kijkt, zie je de eenzaamheid van Danny Blind. Danny Blind, die het voetbal niet kan missen. Blind die, om er toch nog maar een beetje bij te horen, met flesjes barbecuesaus schuift en een paar worsten op de grill legt. Ik moet de laatste dagen veel aan die filmpjes terugdenken, omdat ik nog steeds dezelfde eenzaamheid zie bij Danny Blind.

Eigenlijk doet Danny nog altijd hetzelfde als tijdens het WK van ’98. Hij schuift met barbecuesausflesjes. Twee spitsen, drie spitsen; vier verdedigers, vijf verdedigers. Flesje hier erbij, flesje daar eraf. Danny mist het voetbal verdomde veel.

Advertentie

Maar ook hier geldt dat als je door de koddigheid van de gespeelde zelfverzekerdheid op de persconferenties heen kijkt, zie je de eenzaamheid. Als je door die façade van geveinsde hoop heen prikt, zie je de eenzaamheid van een man die er eigenlijk niet zo veel meer van bakt, maar er toch maar niet mee kan stoppen.

Danny Blind heeft ongetwijfeld kijk op voetbal – de flesjes staan elke keer weer redelijk op de goede plek, alleen op de een of andere manier krijgt hij ze maar niet open. Het schijnt dat je daar toch echt een échte trainer voor moet zijn. Elke andere werknemer van een organisatie zou in dit soort moeilijke tijden bijgestaan worden door zijn collega’s en werkgevers. De pech van Danny is natuurlijk dat hij voor de KNVB werkt, waar alles en iedereen van gekkigheid over elkaar heen buitelt.

Ernst Happel deed ooit de gevleugelde uitspraak “Kein geloel, fussball spielen”. Als ik de KNVB was, zou ik die uitspraak morgen nog in gietijzeren letters boven de deur van het hoofdgebouw in Zeist laten ophangen. Het geloel heeft weer eens ouderwets de overhand. Vroeger was dat nog weleens charmant: geen Nederlands elftal zonder een lekker relletje. Maar nu zorgt het ervoor dat onze bondscoach totaal vervreemd en vereenzaamd raakt. Hij kan zijn werk niet doen. Eigenlijk zou de oude Happel één keer uit zijn graf moeten opstaan om iedereen bij de KNVB een schop onder hun hol te geven.

“Und nun allen gewohn normal tun, ja?”

Maar misschien hoeft Happel het zelf niet eens te doen. Na de wedstrijd tegen Zweden stond Wesley Sneijder de pers te woord. In de voorbereiding reageerde hij al verbeten op vragen in interviews, tijdens de persconferentie zagen we dezelfde Sneijder, en ook na de wedstrijd was hij onveranderd. Wesley wil naar het WK. Nog één keertje. En daar gaat geen trainer, technisch directeur of secretaris-generaal een stokje voor steken. Of er een extra assistent-trainer bij komt? Het interesseert hem niet. Of ie luistert naar Marco van Basten? Wie, zei je ook weer? Het zal Wesley allemaal een rotzorg zijn, zolang de punten maar binnengeharkt worden. Uit alles spreekt bij Wesley Sneijder deze zin: kein geloel, fussball spielen.

En ergens vind ik dat dan toch wel weer een beetje hoopgevend. Misschien moeten we met zijn allen dan maar gewoon om Danny Blind en zijn barbecuesausflesjes heen kijken en ons op Wesley richten. Want als het aan hem ligt, komen we er wel.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.