We spraken Semmy Schilt over vechtsport, feestjes en acteerwerk

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

We spraken Semmy Schilt over vechtsport, feestjes en acteerwerk

"Ik ben niet verslaafd aan de spotlight. Wel aan het knokken."

Semmy Schilt is nooit opgehouden met knokken. De reus van dik twee meter ging in 2013 dan wel met pensioen als wereldkampioen kickboksen in het zwaargewicht, maar knokt sindsdien met de jeugd van FC Groningen, acteurs als Waldemar Torenstra of MMA-grootheden als Alexander Volkov.

In zijn sportschool in Zuidlaren stoomde hij de Rus Volkov klaar voor UFC Rotterdam afgelopen september. Volkov versloeg in het main event Stefan Struve. “Ik heb tijdens het sparren best wat tikken gekregen van Volkov, maar ik heb er ook veel uitgedeeld. Vind ik toch lekker,” zegt Schilt daarover, nadat hij VICE Sports heeft verwelkomd in Zuidlaren.

Advertentie

Trots laat Semmy ons zijn sportschool zien, de Fight Game Academy. Na de rondleiding gaan we met een bakkie koffie in de kantine zitten. We zijn hier om te praten over Semmy’s leven sinds hij mede door hartproblemen besloot te stoppen als vechtsporter.

Alle foto’s door David Meulenbeld.

VICE Sports: Semmy, ik las op jullie site dat jullie hier in de sportschool regelmatig feestjes vieren. Hoe zit dat?
Semmy Schilt: We hebben laatst een western-style-barbecue gehouden om het driejarig bestaan van de sportschool te vieren. Dat doen we dan met iedereen die bij de sportschool zit. Dalijk komt het Oktoberfest eraan. Dan scherm ik alles af en zetten we tafels neer.

Wat doen jullie dan?
Ja, bier drinken en worst eten.

Dat klinkt gezellig.
Mensen zeggen vaak dat ik ergens anders moet zitten met mijn sportschool, omdat hier in Zuidlaren niet zo veel mensen wonen. Maar ik heb mensen uit Assen en Emmen die hier trainen. Dat is echt wel een eindje uit de buurt, en die mensen hebben het ervoor over. Dat zegt wel wat over de de sfeer. Als de les hier om half acht begint, zitten mensen om zeven uur al met elkaar te praten in de kantine.

Hoe was het om hier met Alexander Volkov te trainen voor zijn partij tegen Stefan Struve?
Dat was wel mooi. Het was vakantietijd, dus de sportschool was nog dicht. We konden hier in alle rust lekker onze gang gaan. Alexander heeft het hartstikke goed gedaan tegen Struve. Hij heeft precies gedaan waarvoor we getraind hebben, het staande gevecht, combinaties maken en op afstand houden. In andere partijen ging Volkov er vaak te dicht op staan, waardoor hij gepakt kon worden.

Advertentie

Is het niet gek dat je een Rus hebt geholpen om een Nederlander te verslaan?
Daar heb ik ook wel over nagedacht, maar weet je, Struve had zelf ook kunnen bellen. Vechtsport is ook gewoon een exportproduct. Wij Nederlanders zijn goed als vechtsporters, maar we kunnen er ook anderen in trainen. In het voetbal zie je precies hetzelfde.

We vinden het prachtig als een Nederlandse trainer Zuid-Korea gaat trainen, totdat ze tegen ons spelen. Zo is het ook met vechtsporttrainers. Er was wel wat boegeroep in Ahoy toen ik daar met het team van Volkov was. Dat was wel apart. Fuck Semmy!, riepen ze. Dus ik lachen. Jongens, ik hoef helemaal niet te vechten, dacht ik.

Je werkt sinds vorig jaar ook met de jeugd van FC Groningen. Wat doe je daar precies?
Ik geef de teams Onder 17 en Onder 19 kickbokstraining, waarbij ik de accenten wel leg op dingen die nodig zijn voor het voetbal. FC Groningen geeft thema’s aan waar zij mee bezig zijn. Als het bijvoorbeeld over aanvallen gaat bij de jeugdvoetbaltrainers, geef ik ze aanvallende kickboksles. Ik doe dat nu eens in de twee weken.

Van wat ik meekrijg vinden de spelers het allemaal mooi. Dat kan ik me ook wel voorstellen. Als je altijd voetbalt, is het ook leuk om eens heel wat anders te doen om je als voetballer te verbeteren. Andersom kunnen vechtsporters ook leren van andere sporten. Met voetbal heb je bijvoorbeeld een sterke oog-voetcoördinatie nodig. Dat geldt ook voor kickboksen.

Advertentie

Hoe ben je bij FC Groningen betrokken geraakt?
Toen Luciano Da Silva en Hugo Alves Velame er speelden kwamen zij een keer naar me toe en vroegen of ik een clinic wilde geven bij FC Groningen. Ron Jans was daar toen nog trainer. Ik raakte daarna bevriend met Luciano en Hugo, we kwamen vaak bij elkaar over de vloer en dan waren Eric Botteghin en Leandro Bacuna er ook vaak bij. Dan gingen we computerspelletjes spelen, Modern Warfare online, en barbecuen, altijd lachen.

Doen jullie dat nog steeds?
Ik niet meer, maar Luciano speelt nog steeds hetzelfde spel. Nu kan hij eindelijk winnen, want niemand speelt het verder meer.

Welke rol hebben hartritmestoornissen gespeeld bij jouw keuze om als kickbokser te stoppen in 2013?
In de week dat Ramon Dekkers overleed, kreeg ik opeens last van hartritmestoornissen. Dat was heel gek. Het gebeurde tijdens karate-examens van leerlingen, nadat een jongen uit Denemarken onder zeil was gegaan. Ik liep daarna de trap hier op en voelde me een beetje moe, buiten adem. Ik snapte niet waarom, ik ben nooit moe. Een dag later ging ik trainen in de sportschool en voelde ik dat mijn hart niet goed was.

Dat voelde je zelf?
Ik voelde aan mijn halsslagader en had door dat mijn hartslag onregelmatig was. Ik heb die training wel afgemaakt, maar ben daarna naar de dokter om de hoek gelopen. Die was dicht. ‘s Avonds ben ik weer langsgegaan, maar was hij nog steeds dicht. Ik heb toen toch maar met het ziekenhuis gebeld. Daar werd ik meteen behandeld, dat was wel heftig. Het is niet de reden dat ik gestopt ben, maar heeft me wel een zetje gegeven, vooral na wat er met Ramon Dekkers was gebeurd. Ik vroeg me af of dit het allemaal wel waard was.

Advertentie

Hoe bedoel je dat?
Als ik aan Ramon Dekkers denk, denk ik ook aan hoe hij er bij de K-1 altijd bij was, maar aan de kant werd geduwd door journalisten die voor de K-1 kwamen en ondertussen niet door hadden wie ze eigenlijk aan de kant duwden. Ik had dat zelf inmiddels ook al een paar keer meegemaakt, als ik meeging met andere vechters. Dan vroegen journalisten die de scene niet kennen weleens aan me of ik basketbal speelde. Dat ik dacht: vriend, ga even huiswerk maken.

En dat geouwehoer altijd met contracten. Ik begon me af te vragen of dat het allemaal wel waard is. Die hartritmestoornis was het laatste duwtje. Ik slik nu bloedverdunners. Misschien dat ik er nog aan geopereerd ga worden. Ze hebben het al een keer geprobeerd, maar toen is het niet gelukt.

Je bent als kampioen gestopt bij Glory, maar bent nooit erg enthousiast geweest over de bond. Hoe komt dat?
Ik had niet echt een goede band, terwijl ik wel altijd met Cor Hemmers bij Golden Glory heb gezeten. Toch gaat dat op de een of andere manier niet lekker. Glory is natuurlijk een kliek en niemand komt daartussen. In de K-1 was dat niet zo. Nu wel. Als je wat wil bij Glory, zal je bij bepaalde sportscholen moeten gaan trainen. Dan weet je zeker dat je aan de bak komt. Dat is mijn ervaring. Ik denk dat ze zichzelf op deze manier in de vingers snijden.

Wat verwacht je van de WFL die Melvin Manhoef heeft opgezet?
Nou, Melvin is natuurlijk zelf een vechter. Dus ik verwacht dat dat wel goed wordt opgepakt. Ik heb er wel vertrouwen in, maar dat had ik ook bij Glory toen dat net kwam. Toen was het allemaal positief en mooi, maar op een gegeven moment ging het wringen. Toch denk ik dat de WFL wel kans van slagen heeft.

Advertentie

Moet je zelf niet ook bij een bond actief zijn?
Er wordt me wel gevraagd of ik wil aansluiten bij bepaalde bonden. Maar ik denk dat ik als freelancer meer kan betekenen voor het kickboksen dan wanneer ik me ergens aan bind. Controle heb je toch niet. Tenzij het van je eigen is. Hier heb ik lekker mijn eigen ding.

Rond de tijd dat je stopte had je al je eerste films achter de rug. Nu zit je ook in de serie Vechtershart . Is het acteren iets wat je door wil trekken?
Tuurlijk, het is hartstikke leuk. Het is veel wachten en je moet er zijn wanneer ze willen, maar ik vind het wel mooi. Vooral als je een beetje mee kunt denken over wat er in de vechtscènes gaat gebeuren. Sta ik te repeteren met Waldemar Torenstra, dat is mooi.

Hoe was het om met Jason Statham te vechten voor Transporter 3 ?
Dat was de eerste film die ik heb gedaan. Ik was daar drie dagen om die ene minuut te filmen. Jason zat buiten het filmen om vooral in zijn camper, ik liep een beetje rond op die set en keek mijn ogen uit. Ik vond het allemaal veel te mooi. In die scène trap ik hem tegen zijn borst, terwijl hij een ontbloot bovenlichaam heeft. Die scène hebben we in één take gedaan. Jason zei later dat hij blij was dat het niet nog een keer hoefde.

Moet je je dan inhouden?
Nou, ik kan dan wel een duwtrap maken. Het wordt pas echt gemeen als je de trap steekt. Een heleboel maken een voorwaartse trap als een duw met je voet, maar als je goed trapt, steek je. Mijn trappen zijn normaal veel korter dan in die scène. Tijdens een gevecht heb ik het liefst dat ik mijn tegenstander niet wegtrap. Want als je hem wegtrapt is hij weg en kan je hem niet meer slaan of knieën. Maar als je hem steekt, knikt hij dubbel en kun je het afmaken.

Advertentie

Jij hebt ook een keer reclame gemaakt voor gelijke salarissen bij mannen en vrouwen. Hoe is dat tot stand gekomen?
Ik werd gebeld door zo’n producer, die legde uit wat ze gingen doen. Heb je daar zin in?, vroeg hij. Ik vond het wel leuk, dus dan ben ik heel makkelijk. Doen we. Het is ook belangrijk dat het gelijkgetrokken wordt. Ik zou niet op de barricades springen, maar als ik aan zo’n reclame mee kan werken, doe ik het wel. Ik loop niet voorop, maar ik loop wel mee. We hebben hem laatst weer eens op Facebook gegooid. Toen hadden we meer kijkers dan de oorspronkelijke reclame zelf. Vond ik wel mooi.

In die reclame ben je druk aan het huishouden. Doe je dat ook in het echte leven?
Nou, ik doe de sportschool schoonmaken. Dat is mijn tweede huis.

Als jij op vakantie gaat, waar ga je dan heen?
Meestal naar Brazilië, want daar komt mijn vrouw vandaan en zit haar familie, in São Paulo. Het kan er heel mooi zijn, maar dat hangt er wel vanaf waar je komt. Zo’n resort is altijd mooi, maar dat heb je ook als je hier naar Center Parks gaat. Ik hou wel van Brazilië.

Waar hou je van in Brazilië?
Mensen daar leven gewoon. Hier in Nederland lijkt het soms of je in een soort regime zit. Het is allemaal tijdsgebonden en je moet maar. Hier ben je slaaf aan je hypotheek. Daar, in Brazilië, was ik een keer in een pizzeria met personeelsproblemen. Het personeel was gewoon weg, juist omdat ze net waren uitbetaald. Pas als hun geld op was, gingen ze weer werken. Zo gaat dat daar.

Advertentie

Die instelling van leven is anders dan hier. Het is allemaal wat losser. Maar dat brengt ook weer gevaren met zich mee. De criminaliteit is er heel groot en bij de openbare ziekenhuizen zit het bloed aan de muur. Dat is de keerzijde. Maar de luxe die we hier hebben, waarderen we hier weer niet.

Ben je financieel onafhankelijk uit je carrière als vechtsporter gekomen?
Hmm, nee, ik denk het niet. Nou ja, deze sportschool is van mij en ik verhuur nog twee andere huizen, maar dat is niet genoeg om van te leven. Ik moet nog wel blijven werken, maar ik heb wel een goed uitgangspunt. Dat is aanzienlijk verbeterd, laten we het zo zeggen.

Is er in die K-1-tijd ook een soort broederschap ontstaan tussen jou en gasten als Peter Aerts, Remy Bonjasky en Ernesto Hoost?
In die periode niet zozeer, maar wel erna, denk ik. We weten dat we elkaar nodig hebben. Als Remy Bonjasky goed gaat, of Ernesto Hoost, is dat ook goed voor mij. En andersom. Hoe oneens ik het ook ben met sommigen, de liefde voor de vechtsport hebben we allemaal. Dat verbindt ons. Toen we moesten vechten, moesten we vechten. Nu kunnen we elkaar helpen, bijvoorbeeld met clinics in elkaars gyms. Dat is een kracht.

Als je het oneens bent met die gasten, waarover gaat dat dan?
Bonjasky is het altijd oneens met mij. Als ik zeg dat een vechter moet aanvallen, zegt hij dat-ie moet verdedigen of counteren. Zo gaat het altijd. Op zich is dat wel grappig. We hebben samen weleens een quiz gedaan waarbij je altijd binnen tien seconden moest antwoorden. We zaten in een team, maar als ik zei dat het antwoord rood was, zei Remy dat het blauw was. Dat samenwerken gaat niet altijd even goed.

Remy Bonjasky gaat 29 oktober weer de ring in, maar volgens mij denk jij niet aan zo’n stap. Of wel?
Je weet het nooit zeker, maar ik heb het wel gehad. Hoe langer ik gestopt ben, hoe meer ik zie dat het niet alleen gaat om winnen en verliezen. Het is ook lekker om hier te sparren in de dojo, gewoon beuken. Ik ben niet verslaafd aan de spotlight. Wel aan het knokken.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.