Waarom Tim Vincken het leven als profvoetballer inruilde voor het studentenleven

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

Waarom Tim Vincken het leven als profvoetballer inruilde voor het studentenleven

Iedereen bij Feyenoord wist het zeker in 2004: Tim Vincken zou een ster worden in de Kuip.

Het pakte allemaal iets anders uit. Blessures hielden hem rondom zijn doorbraak bijna twee jaar aan de kant. Uiteindelijk zou de rechtsbuiten maar even in De Kuip spelen.

Vincken speelde daarna voor Excelsior, De Graafschap en Atlético Baleares. Na een jaar op het derde niveau van Spanje koos hij ervoor om op 29-jarige leeftijd vol voor een maatschappelijke carrière te gaan en psychologie te studeren in Nederland. Ondertussen voetbalt hij in de Derde Divisie bij VV Capelle. VICE Sports sprak met Vincken in Rotterdam over zijn voetbalcarrière en zijn nieuwe ambities als psychologiestudent.

Advertentie

VICE Sports: Ha Tim, je studeert tegenwoordig weer. Wat doe je precies?
Tim Vincken: In mijn tijd bij Excelsior ben ik begonnen met een studie psychologie, zo’n zes jaar geleden. Ik had altijd wel de behoefte om meer te doen dan alleen voetbal. Ik wil niet dat een balletje binnenkant of buitenkant paal mijn weekend bepaalt. Eerst studeerde ik op een rustig tempo. Sinds ik gestopt ben met profvoetbal, gaat het allemaal veel sneller. Ik hoop komende zomer mijn bachelor af te ronden en daarna een jaar door te knallen en de master Sport- en Prestatiepsychologie te behalen.

Waarom die master?
Ik zit al vanaf mijn negende in de sportwereld, dus het is logisch dat ik het in die hoek zoek. Het kan ook iets in het bedrijfsleven of entertainment worden. Dat ik bijvoorbeeld acteurs of zangers bijsta, maar het liefst wil ik een baan in de voetballerij. Bij een Olympische ploeg zou ook geweldig zijn. Ik streef naar een zo hoog mogelijk niveau. Uiteindelijk hoop ik voor mezelf te beginnen, wat dat betreft kan ik niet snel genoeg klaar zijn.

Foto door David van Haren.

In de beginfase van je carrière stond je bijna twee jaar aan de kant met verschillende blessures. Had een sportpsycholoog in die periode kunnen helpen?
Zeker. Lang geblesseerd zijn is mentaal ook erg heftig. Ik zat bij het eerste elftal van Feyenoord en ik was een van de talenten. Na mijn blessure kwamen er steeds weer andere jonge spelers bij. Ik voelde op een gegeven moment dat die jongens me voorbijstreefden. Dat vond ik mentaal het zwaarst.

Advertentie

Heb je er in die tijd nooit aan gedacht om maar gewoon te stoppen?
Ikzelf niet, maar ik denk dat iedereen in m’n omgeving het wel een keer heeft voorgesteld. M’n moeder vroeg zich regelmatig af of dit het wel allemaal waard was. Gertjan Verbeek zei destijds zelfs tegen me: “Tim, misschien ben je gewoon niet geschikt voor het betaald voetbal. Ik denk dat je een goede amateurvoetballer kunt zijn, maar fysiek zit het er wellicht gewoon niet in.”

Ik was er zelf wel heilig van overtuigd dat ik het aankon, toen heeft Gertjan in een half jaar er alles aan gedaan om me fit te krijgen. Hij faciliteerde goede begeleiding, een krachtschema, constant toezicht van de fysio en er werd extra op mijn voeding gelet. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Alles om te zorgen dat ik fit zou worden. Al met al denk ik dat dit goed gelukt is. Natuurlijk was ik pissig over de boodschap, maar hij schepte in die laatste periode bij Feyenoord alle voorwaarden die er nodig waren. Gertjan was hard, maar oprecht.

Mis je de kolkende Kuip nog weleens?
Ja, absoluut. Dat klinkt dramatischer dan het is, maar ik denk er nog regelmatig aan terug. Dan besef ik hoe gaaf dat was. Zoeken naar die kleine verbeterpunten om het uiteindelijk in het weekend voor die massa te doen. Daar draait het om bij topvoetbal. Als ik nu bij Capelle speel dan staan er maximaal 500 mensen te kijken. Die druk is veel minder. Verder bevalt het hartstikke goed, al ben ik iets te professioneel voor het amateurvoetbal. Ik ben elke dag bijvoorbeeld als eerste op de club. Ik wil me goed en rustig voorbereiden, andere jongens komen soms vijf minuten vooraf binnenlopen. Soms is het niet anders als je uit je werk komt. Zelf ben ik op dat gebied gewoon te serieus.

Advertentie

Vincken viert een goal met Van Hooijdonk, Hofs en De Guzman in 2006. (Foto: Proshots)

Je speelde in 2005 op het WK Onder-20 in Nederland. Had jij meer verwacht van die Oranje-generatie dan er uiteindelijk is uitgekomen?
Ja, ik vond mezelf in die lichting niet eens de beste. Van jongens als Ibrahim Afellay, Ryan Babel en Quincy Owusu-Abeyie had ik echt verwacht dat het de top zou worden. Vooral van Quincy, iedereen in het team wist dan hij tot de buitencategorie behoorde. Hij was zo waanzinnig goed, echt ongekend.

Ryan Babel speelt tegenwoordig weer in Oranje. Dat had jij ook kunnen zijn.
Zo bekijk ik dat zeker niet. Ik vind het hartstikke leuk voor hem en hij doet het erg goed. Hij heeft een bijzonder pad afgelegd, maar het zegt wat over zijn mentaliteit dat hij zich weer heeft teruggeknokt. In de periode dat ik net van Feyenoord naar Excelsior ging, bekeek ik het nog weleens op die manier. Dan speelde ik bijvoorbeeld tegen Ajax en zag ik jongens die een aantal jaar geleden nog van hetzelfde niveau waren. Dan merkte ik dat ik flink had ingeleverd, maar ik kan het goed rijmen. Het loopt zoals het loopt.

Via Excelsior kwam je in de Jupiler League bij De Graafschap terecht. Na twee jaar was je transfervrij. Waar hoopte je op?
Dat ik een mooie nieuwe club zou vinden. Ik draaide bij De Graafschap twee prima seizoenen en ik was fit. Het zag er dus goed uit, maar het viel stil. Doodstil. Uiteindelijk heb ik nog wel wat gesprekjes gehad bij clubs, maar veel ging uiteindelijk niet door. Ik heb een trainingsstage afgewerkt bij Sparta. Dat was prettig, maar er zat geen contract in. Ik ben nog even in Engeland op stage geweest bij Leyton Orient, maar daar merkte ik totaal niet dat ze me wilden hebben.

Advertentie

Waar merkte je dat aan?
De manier van ontvangst. Hoe blij zijn ze daadwerkelijk dat je er bent? Of hebben ze niet echt een idee wie je bent en sturen ze je naar kleedkamer 2? Ik merkte al snel dat dit een lastig verhaal zou worden. Ik trainde in die periode in Nederland ook met een amateurclub mee uit Vlaardingen, maar dat was meer een vriendendienst. Ik kende de trainer en op die manier kon ik in plaats van een bosloop ook iets met een bal doen. Rond die tijd trainde ik ook vaak voor mezelf, soms ging er iemand mee. Dan gaf ik ballen voor en kon ik ze zelf aan de andere kant weer ophalen. Achteraf zie ik er wel de humor van in.

Uiteindelijk kwam je in de Segunda División B bij Atlético Baleares terecht.
Daar merkte ik meteen dat ze me graag wilden hebben. Ze zagen me als een buitenkansje. We begonnen in de degradatiezone en eindigden uiteindelijk veilig op de veertiende plaats. In de zomer volgde een schifting en haalden ze een bus aan nieuwe spelers. Spanjaarden, Duitsers, Denen, ze kwamen overal vandaan. Na een goed begin was het plotseling over. Ik speelde hooguit vijf wedstrijden en in december kreeg ik het nieuws dat ik weg moest. Ik had nog een half jaar contract, dus ik bleef zitten. De club had een Duitse eigenaar die alles betaalde. Hij gaf gewoon aan: zo werkt het niet.

Toen begonnen de pesterijtjes. Ik moest om het veld lopen terwijl de rest bezig was met een partijspel. Soms zeiden ze het niet eens als er een training was. Mijn zaakwaarnemer vertelde dat ze me gewoon hadden uitgeschreven, dus ik kon niet eens in actie komen. In januari zat ik weer in Nederland. Met hulp van de vakbond VVCS lukte het na lange tijd om alsnog het geld te regelen waar ik recht op had. Toch kijk ik erop terug als een mooie periode. Het leven was geweldig en de Spaanse beleving is echt intens. Als we dreigden te verliezen, ging het er echt op in de rust. Daar zat ik dan tussen als nuchtere Hollander.

Advertentie

Vincken in actie voor Jong Oranje. (Foto: Proshots)

Wilde je daarna wel weer opnieuw een club vinden?
Ik heb nog gezocht en als ik echt graag wilde, had het gekund. Destijds lag het meer aan het geld. Een paar clubs hadden interesse, maar ze konden slechts een modaal salaris bieden. Er was wat interesse in de onderkant van de Jupiler League en uit Australië en Amerika. Ik hoefde nog net geen geld mee te brengen, maar met huur en vaste maandlasten zou ik echt bijna niets overhouden. Het zou dan waarschijnlijk weer voor een jaar zijn en als ik van het tweede niveau van Australië kom, dan wil echt niemand me meer hebben. Ik hakte de knoop door en besloot dat ik een toekomst buiten het voetbal wilde opbouwen. Ik heb er nooit echt moeite mee gehad, maar ik heb er wel goed over nagedacht. Ik besloot dat niet van de een op de andere dag.

Je profavontuur zit er nu een jaar op. Welk gevoel heerst er als je terugkijkt?
Trots, natuurlijk. Het is toch uiteindelijk allemaal heel bijzonder geweest. Ik kan bij mezelf denken dat er veel meer in zat, maar daar kies ik gewoon niet voor. Ik kwam op jonge leeftijd bij Feyenoord en droomde van het eerste. Dat is gelukt. Ik scoorde zelfs de winnende in de derby tegen Sparta.

Daarna heb ik een prachtige tijd bij Excelsior gehad, met een knotsgekke promotiewedstrijd tegen Sparta. Het is eervol dat ik voor een sympathieke club als De Graafschap mocht spelen en Spanje was een prachtig avontuur. Zat er al met al meer in? Waarschijnlijk wel, maar ik treur er nooit over. Ik kan er wel de zonnige kant van inzien. Het is gewoon ontzettend gaaf geweest.

Dit is een interview uit de serie Het Nieuwe Leven, waarin gestopte profvoetballers vertellen over hun nieuwe carrières. Zie hier alle verhalen uit deze serie.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.