Hoe Márcio Santos van een Ajax-flop veranderde in een keiharde ondernemer

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

Hoe Márcio Santos van een Ajax-flop veranderde in een keiharde ondernemer

Márcio Santos stormt op een koude decemberdag in 1996 het veld op tijdens Ajax - PSV.

De grote verdediger uit Brazilië mag invallen voor Ajax en wil Louis van Gaal laten zien dat hij in de basis hoort te staan tussen spelers als Jari Litmanen en Patrick Kluivert. Maar Santos, die invalt als linksback, let even niet op en Luc Nilis ontsnapt aan zijn aandacht. Met handschoenen zo groot als ovenwanten trekt Santos de doorgebroken PSV’er neer.

Scheidsrechter Dick Jol twijfelt geen seconde: rode kaart.

Advertentie

Precies 19 seconden na zijn invalbeurt mag Santos alweer gaan douchen. Als hij even later in zijn eentje staat af te koelen onder de douche van de Arena, weet Santos twee dingen zeker: hij zal nooit meer onder die eikel van een Louis van Gaal spelen én zijn reputatie als ongenaakbare wereldkampioen is definitief afgebrokkeld. Het verblijf van de eerste Braziliaan ooit bij Ajax is geen succes. Het is mooi geweest in Amsterdam, Santos wil er weg.

Santos, Van Gaal en iedereen bij Ajax hadden zich het zo anders voorgesteld. Het begon allemaal in juli 1994, toen Nederland en Brazilië elkaar troffen in de kwartfinale van het WK in de Verenigde Staten. Aan Braziliaanse zijde was niet het gebruikelijke sambavoetbal, maar vooral de sterke verdediging opvallend. Centraal achterin stond Márcio Santos, een sterke vent met een krullend matje in de nek. De Brazilianen schakelden Nederland uit en wonnen de finale van Italië, ondanks een misser van Santos in de penaltyreeks. De verdediger werd zelfs gekozen voor het elftal met beste spelers van dat WK.

Een jaar later was Ajax op zoek naar een vervanger voor Frank Rijkaard, die met pensioen ging. De Amsterdammers besloten om eens niet iemand uit de eigen jeugdopleiding te plukken. Ajax had net de Champions League gewonnen en daar paste een grote aankoop met grandeur bij. Iemand zoals wereldkampioen Márcio Santos, die in Italië de status van een filmster had. Hij speelde toen bij Fiorentina en de clubeigenaar van La Viola had Santos beloofd een diner te regelen met de beroemde actrice Sharon Stone als de Braziliaan zes doelpunten in één seizoen zou maken. Uiteindelijk scoorde Santos slechts drie keer, waarvan een in eigen doel, maar dat deed niets af aan zijn reputatie in Italië.

Advertentie

Ajax twijfelde nog even tussen Roberto Carlos en Márcio Santos, maar besloot uiteindelijk voor die laatste te gaan. Dat is alsof je de keuze krijgt tussen een romantisch avondje met Doutzen Kroes of Fred Teeven, en je voor de vroegere staatssecretaris kiest. Santos leek in juni al naar Amsterdam te komen, maar de transfer werd flink vertraagd door zijn zaakwaarnemer Antonio Caliendo. Deze ietwat shady Italiaan had eerder al een voorwaardelijke gevangenisstraf gekregen omdat hij betrokken was dubieuze transfers. Hij probeerde Ajax nog wat geld af te troggelen, maar uiteindelijk kwam alles eind juli toch nog goed. Santos kon in de Eredivisie aan de slag.

De Braziliaan kwam op kantoor bij zijn nieuwe trainer Louis van Gaal, die hem duidelijk maakte dat hij zich op de linksbackpositie moest gaan richten. Santos had alleen zijn hele leven als centrale verdediger gespeeld. Van Van Gaal moest hij bovendien met het tweede elftal meetrainen om zijn conditieachterstand weg te werken en te “wennen aan de Ajax-stijl”. Kort daarvoor was Santos nog op de cover van de VI verschenen met de quote: ‘’Moet ik me bewijzen? Ik ben wereldkampioen’’. Blijkbaar kende de verdediger de reputatie van Van Gaal – die in staat is om Roger Federer uit te leggen hoe je een goede backhand slaat – nog niet.

Het zat Santos ook niet mee. In zijn beginfase bij Ajax werd hij geveld door een longontsteking, oververmoeidheid en scheurde hij zijn achillespees tijdens een interland. Hij kende de tribune beter dan het trainingsveld en kon moeilijk aarden in Nederland. Santos voelde zich eigenlijk alleen echt thuis op de dansvloer van Canecão, een Braziliaanse muziekbar en de enige plek waar hij wat lichaamsbeweging kreeg. Ook toen hij helemaal fit was bleef hij, ondanks zijn vorstelijke salaris, voornamelijk op de bank of de tribune zitten.

Advertentie

Het tweede seizoen verliep zowel voor Ajax als Santos rampzalig. De speler raakte betrokken bij een auto-ongeluk en was om de haverklap geblesseerd. De Goddelijke Kanarie was veranderd in een ziek vogeltje. In de wedstrijden waarin hij wél speelde maakte hij als linksback bovendien een hopeloze indruk. Ajax was in de competitie ver verwijderd van de eerste plaats en de irritatie nam aan alle kanten toe. Frank de Boer wist het heersende gevoel over Santos in Het Parool poëtisch te verwoorden: “Vaak dacht ik: stop die man wat peper in zijn kont”.

De soms wat dromerige Santos en de rechtlijnige Van Gaal waren tegenpolen. De Braziliaan was niet te beroerd om in elk gesprek een paar keer te benoemen dat hij wereldkampioen was geworden, en zijn trainer maakte telkens duidelijk dat niemand op privileges kon rekenen. Van Gaal weigerde om Santos in het centrum van de verdediging te zetten, onder meer omdat de Braziliaan geen Nederlands sprak. Louis mag dan zelf ook geen talenwonder zijn (“We are running after the facts”) maar hij probeert het in ieder geval altijd wel, in tegenstelling tot Santos bij Ajax.

De wereldkampioen gaat een duel aan in de Klassieker. (Foto: Proshots)

Het dieptepunt voor Santos kwam in een thuiswedstrijd tegen PSV. Van Gaal gaf Kofi Mensah, een volstrekt onbekende debutant, de voorkeur boven de wereldkampioen, die dit als een regelrechte provocatie beschouwde. Toen de boze Santos als invaller het veld in mocht, kreeg hij na 19 seconden rood, een record. Eerder die week had hij ook bij Jong Ajax al een rode kaart gekregen. “Dit zou bij geen enkele andere club gebeuren. Ik ben een wereldkampioen, ik ben Márcio Santos, iedereen kent mij,” reageerde hij in Het Parool.

Advertentie

Kort na zijn recordbrekende optreden tegen PSV werd Santos door Ajax verhuurd aan Atlético Mineiro uit zijn thuisland. Hier kwam hij weer in beeld bij de Braziliaanse nationale ploeg. In de zomer van 1997 vertrok Van Gaal bij Ajax en wilde Santos plotseling graag bij de club terugkeren, op slechts één voorwaarde: de Amsterdammers zouden zijn al enorme salaris moeten verhogen. In Brazilië verdiende hij immers meer dan bij Ajax en bovendien zou elke club graag een speler zoals Márcio Santos hebben, aldus Márcio Santos.

Die belangstelling van andere clubs bleek allemaal wel mee te vallen en Santos keerde terug naar Ajax. Maar ook zijn nieuwe trainer, Morten Olsen, zette hem regelmatig op de bank. De Braziliaan reageerde als een mokkend kind wiens fidget spinner werd afgepakt. Santos kon niet begrijpen waarom hij bij Ajax niet met meer egards behandeld werd. In Brazilië en Italië werd hij immers gezien als een ster. Na 21 weinig indrukwekkende competitiewedstrijden verliet hij Nederland definitief en vertrok hij naar São Paulo.

Het hoogtepunt van Santos bij Ajax was de titel in 1996. (Foto: Proshots)

In Brazilië kwam hij weer aan spelen toe, maar kort daarna raakte hij geblesseerd, waardoor hij het WK van 1998 moest missen. Santos is duidelijk niet voor het geluk geboren. Zo vertelde hij zijn ploeggenoten bij Ajax dat Mário Jardel, de toenmalige spits van Grêmio, tactisch een nul was. Een paar jaar later kreeg Jardel de Gouden Schoen uitgereikt en was hij er vandoor gegaan met Santos’ vriendin, model Karen Matzenbacher. Ook werd Santos in 2008 getroffen door een hersenbloeding, waar hij inmiddels gelukkig wel helemaal van is hersteld.

Advertentie

In de laatste jaren van zijn carrière versleet Santos meerdere clubs in Brazilië en speelde hij in Bolivia, China en Qatar, waar de zakken nog even flink gevuld werden. Dat geld kon hij goed gebruiken, aangezien hij al sinds 1995 eigenaar is van een groot winkelcentrum in Brazilië: Shopping Márcio Santos. Achter de wat nonchalante voetballer schuilt een meedogenloze ondernemer, die al op twintigjarige leeftijd een eigen tankstation kocht. Shopping Márcio Santos is bovendien geen klein winkelcentrumpje met een paar Blokker’s en Hema’s, maar een luxueuze mall van drie verdiepingen met onder meer een nachtclub.

Santos heeft zijn schaapjes dus wel op het droge, in tegenstelling tot veel andere ex-profs uit zijn thuisland. Toch zal het bij de Braziliaan wringen dat hij het in Nederland nooit heeft kunnen waarmaken. In Brazilië wordt hij de rest van z’n leven in één adem genoemd met mannen als Cafu en Dunga, terwijl hij in Nederland altijd vergeleken zal worden met Ajax-miskopen als Iván Gabrich en Giorgi Kinkladze. Gelukkig zal hij zelf nooit te beroerd zijn om te benadrukken wie er uit dat rijtje in 1994 wereldkampioen is geworden.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.