Hoe ik de Arena van een betonbak in een voetbalstadion zag veranderen

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

Hoe ik de Arena van een betonbak in een voetbalstadion zag veranderen

Ajax speelt vanavond voor het eerst in twintig jaar een Europese halve finale.

Spelers, trainers en bestuurders van de club hebben al gezegd dat ze op een kolkende Arena hopen, zoals in de kwartfinale tegen Schalke 04. Supporter Bas legt in deze column uit hoe hij het stadion de afgelopen tijd zag veranderen.


Als kind was ik trots op de Arena. Als supporters van andere clubs tegen mij begonnen over ‘die Ufo’ en ‘betonnen grafbak’, zag ik dat als pure afgunst. Als een pak ‘m beet 10-jarig jochie verdedigde ik het stadion van Ajax met volle overtuiging. Vanuit mijn perspectief was de Arena het summum: een enorm pronkstuk dat voor mij symbool stond voor de grootsheid van Ajax.

Advertentie

Met die instelling namen een vriend en ik in 2007 een seizoenkaart in vak 421, op de tweede ring, aan de lange zijde van het stadion. We waren toen een jaar of vijftien. De keuze voor dat vak was bewust: we wilden het beste zicht op het veld hebben. Maar aan het einde van mijn eerste maand wierp Dinamo Zagreb Ajax hardhandig uit de Uefa Cup. Toen Mario Mandžukić in de verlenging de beslissende goal maakte, stroomde de Arena in razend tempo leeg.

Met de lege groene, grijze en blauwe stoeltjes als achtergrond, zag ik, samen met een paar andere overgebleven supporters, Klaas-Jan Huntelaar tevergeefs nog twee doelpunten maken. Deze ontmaskering van de Arena betekende voor mij het einde van mijn wittebroodsweken als seizoenkaarthouder. Daarna begonnen er wat dingen aan mij te knagen in het stadion.

Ik begon me te ergeren aan de zakenman die een seizoenkaart naast ons had. Hij nam, naast zijn verwende puberzoon, altijd zakenrelaties mee. Dan hoorde ik onophoudelijk zijn zakengezwets. In ons vak werd nooit gezongen, ook niet door mij. Het was ondenkbaar om een liedje in te zetten of zelfs mee te zingen. In de tweede seizoenshelft stelde Ajax tijdens wedstrijden een soort stadionband in, die vanaf de eerste ring een levenloos getoeter door de Arena blies.

Met steeds meer jaloezie keken mijn maatje en ik naar de overkant van het stadion, waar Vak 410 groeide, trommelde, zong en vuurwerk afstak. We vonden het sfeervak eerst maar wat eng, maar het begon ons elke wedstrijd meer aan te trekken. Na dat eerste seizoen lieten we Vak 421 achter ons en belandden we uiteindelijk op Vak 410. Bij het fanatieke deel van de supporters beleefden we wedstrijden op een totaal andere manier. Niet alleen het winnen was er belangrijk, maar juist ook het zelf ondersteunen van Ajax. Meer en meer begonnen we van de club te houden om zijn cultuur en geschiedenis, in plaats van om de grootte van het stadion en de prijzenkast.

Advertentie

Toen pas begrepen we hoe de Arena eruit zag voor fanatieke supporters die De Meer en het Olympisch Stadion gewend waren, supporters die de echte voetbalsfeer van toen totaal niet meer terugzagen in de Arena. We zagen de Arena voor wat het was: een verkapte concerthal van beton, met open hoeken waar je auto’s en vrachtwagens door kon zien langsrijden, lelijke gekleurde stoeltjes, een enorme gracht achter de goal op Zuid en een flinke afstand van de tribunes tot het veld.

Ondertussen gingen mijn vriend en ik gingen steeds vaker naar uitwedstrijden en begonnen met groundhoppen. Zo zagen we veel stadions, haast allemaal vonden we ze mooier dan ons eigen stadion in Amsterdam. Onze liefde voor Ajax was met de jaren gegroeid, maar de liefde voor de Arena was weg.

De Arena in de laatste fase van de bouw in 1996. (Foto: Proshots)

Een week of drie geleden liepen mijn maatje en ik de Arena binnen voor de eerste wedstrijd in de kwartfinale van de Europa League tegen Schalke 04. De nieuwe staantribune van Zuid 1 schudt er al een uur voor de wedstrijd op en neer. Als Klaassen de 1-0 binnenschiet en op Zuid keihard de Dale Cavese wordt ingezet, zingt, klapt en springt haast het hele stadion mee. Zelfs als ik naar mijn voormalige vak 421 kijk, zie ik beweging. De hele wedstrijd blijft de sfeer geweldig en Ajax wint met 2-0.

Twee weken later wordt de Amsterdam Arena als kers op de taart eindelijk omgedoopt tot Johan Cruijff Arena. Nu zijn de stoelen aan de lange zijde bijna allemaal rood. Binnenkort ziet het hele stadion er zo uit. De grachten zijn steeds verder dichtgebouwd en het zicht op voorbijrijdend vervoers- en vrachtverkeer is dankzij grote doeken met oude Ajax-logo’s verdwenen. Wat is er in een korte tijd veel veranderd.

Zo trots als ik als klein kind was op de Arena, zal ik nooit meer worden. In discussies met supporters van andere clubs zal ik altijd moeten blijven toegeven dat ons stadion typisch ‘modern voetbal’ is. Toch kan de Johan Cruijff Arena misschien wél een deel van onze supportersidentiteit worden. Het begint er steeds meer op te lijken.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.