Hoe de Africa Cup een sterk propagandawapen werd
PA Images

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

Hoe de Africa Cup een sterk propagandawapen werd

Toen de Africa Cup of Nations voor het eerst werd gehouden in 1957 was het een diepgeworteld politiek evenement.

Een groot deel van het continent stond nog steeds onder koloniale heerschappij en de naam sloot aan bij het nationalisme dat door Afrika heen aan het opkomen was. Om alles in context te plaatsen: Egypte, dat zou winnen, was pas sinds 1952 onafhankelijk van Groot-Brittannië, terwijl de laatste kolonie van het koninkrijk pas 23 jaar later zou worden losgelaten. De Africa Cup had als doel om het idee van nationale identiteit te verhelderen en een statement te maken van culturele en sportieve onafhankelijkheid van landen die te lang werden geregeerd door Europese landen. Sindsdien is het echter gebruikt voor meer politieke agenda’s op allerlei manieren, en was het een vorm van propaganda voor sommige verschrikkelijke regimes.

Advertentie

De eerste Africa Cup was natuurlijk opgezet met politieke gedachten in het achterhoofd. De organiserende landen – Egypte, Soedan, Ethiopië en Zuid-Afrika – zaten allemaal middenin cruciale ontwikkelingen. Gamal Abdel Nasser had sinds een paar maanden de macht in Egypte, terwijl de Suez-crisis nog vers in het geheugen van de Afrikaanse en Arabische wereld zat. Er was een serieuze spanning tussen Egypte en de voormalige koloniale machten in de regio, maar ook met het nog jonge Israël. Ondanks alles werd Nasser gezien als een held met een nationalistisch doel. Ondertussen had Soedan haar onafhankelijkheid een jaar daarvoor gekregen, was Ethiopië nog steeds bezig met de verschrikkelijke staat waarin de Italianen het land hadden achtergelaten en was de apartheid in Zuid-Afrika al langer een groot probleem. Het Zuid-Afrikaanse team werd gediskwalificeerd van het toernooi omdat ze weigerden hun ban op niet-blanke spelers in het team op te heffen.

Uiteindelijk zouden slechts drie teams het einde van het toernooi in 1957 halen. Egypte versloeg Soedan in de halve finale, waarna ze in Khartoum met 4-0 wonnen van de Ethiopiërs in de finale. De iconische spits Ad-Diba maakte alle goals. Gezien hun positie in de Afrikaanse onafhankelijkheid was Egypte de juiste winnaar. Het was zeker goede propaganda voor Nasser, vooral omdat Egyptenaren al lang bezig waren om bij een Europees-gedomineerde FIFA een eigen Afrikaans toernooi los te peuteren. Eigenlijk was het ontstaan van de Africa Cup of Nations weerspiegeld in Afrika’s poging tot onafhankelijkheid, waarin de paar onafhankelijke bolwerken van het continent geforceerd waren om te vechten tegen Europese machten.

Advertentie

De Egyptische voetbalfans waren in de zevende hemel met de overwinning en Nassers regime kreeg daardoor een propagandawapen in zijn handen. De eerste Africa Cup was zo populair dat de African Football Confederation na kort overleg besloot het een tweejaarlijks evenement te maken, iedere keer in een ander land. Het toernooi was altijd bedoeld als een toernooi voor een onafhankelijk Afrika, en zou het continent flink testen. Terwijl meer en meer landen onafhankelijk werden, groeide het toernooi, en uiteindelijk wilden veel Afrikaanse leiders Egyptes succes nadoen.

Zo ook de Ghanese president Kwame Nkrumah, die begin jaren zestig enthousiast werd van het nieuwe nationale team en hen budget gaf om naar andere landen te reizen. De eerste president van Ghana zag voetbal als een kans om Ghana’s plek op het internationale podium te bevestigen, waarbij het land een symbool van Afrika’s politieke en culturele onafhankelijkheid kon worden. Zijn steun had het juiste effect, en de Black Stars wonnen in 1963 en 1965 en Africa Cup. Dat was helaas niet genoeg om Nkrumah te redden, die zijn autoritaire heerschappij zag instorten in een militaire coup, slechts maanden na de tweede overwinning van het nationale team. Nog steeds had hij erkend dat voetbal gebruikt kon worden om een nationalistisch gevoel in het land te creëren.

Nkrumah was voornamelijk gedreven door zijn pan-Afrikaanse idealen, maar er waren genoeg andere Afrikaanse leiders die voetbal zagen als een wapen om meer macht te krijgen. In 1974 won Zaïre de Cup, nadat ze uitbundig financieel waren gesteund door Mobutu Sese Seko. Mobutu had de macht gekregen in Congo in 1965, waarna hij het zes jaar later Zaïre begon te noemen. Daarbij had hij al snel een gewelddadig kleptocratie gecreëerd waarin hij alle macht had en een ongelooflijke hoeveelheid eigen vermogen.

Advertentie

In een poging zijn regime legitiem te laten overkomen, begon hij hevig te investeren in Zaïres voetbalinfrastructuur met als doel om Afrika’s eerste sportmacht op te zetten. Terwijl zijn leger allerlei mensenrechten overtrad en hij miljarden dollars uit de staatskist pakte, werd het nationale team gesteund met cadeaus en gunsten. Maar de spelers wisten dat falen op het veld zou kunnen betekenen dat hun huis werd afgepakt, ze de gevangenis in moesten of zelfs de doodstraf konden krijgen.

Mobutu verloor interesse in het voetbal na het WK van 1974, toen het nationale team op wereldniveau een poging deed. Ze verloren drie keer in de groepsfase, inclusief een vernederende 9-0 tegen Joegoslavië. Hij was zo misselijk van de klap die de nationale trots – en natuurlijk zijn eigen – had gehad, dat hij alle geldstromen naar het project stop zette en het voetbal in Zaïre een langzame dood liet sterven. Veel van de spelers die de Africa Cup wonnen, eindigden in armoede. De nationale helden werden binnen een jaar het uitschot van de natie.

Mobutu was niet de enige die probeerde de macht van voetbal te gebruiken – Idi Amin kon er ook wat van. Amin erkende dat succes op het veld de makkelijkste manier was om zijn dictatorschap een goed internationaal profiel te geven, dus financierde hij het Ugandese nationale team in de jaren zeventig, wat leidde tot een finaleplek tegen Ghana in 1978. Ze verloren uiteindelijk van Ghana.

Advertentie

Met de politieke wind die over het continent blies, nu opeens in een andere richting, werd het belang van de Africa Cup op het gebied van propaganda ook anders. Het ging niet langer om onafhankelijkheid, Afrikaanse trots of een middelvinger naar het kolonialisme. Het werd een kans voor individuele heersers om aanhang in eigen land te krijgen en prestige te zoeken in het buitenland.

In 1982 mocht Libië het toernooi organiseren. Bij de opening gaf Muammar Kaddafi een speech van twee uur, waarin hij zijn idee van de Green Revolution presenteerde. De daarop volgende drie decennia zou Egypte onder Hosni Moebarak de Africa Cup vier keer winnen. Nigeria werd ook een serieuze kracht ondanks dat ze onder militaire macht stonden: alleen al in de jaren tachtig haalden ze vier keer de finale, die ze één keer wonnen.

Het toernooi was een tijd gegijzeld door dictators en autocraten. Maar in 1996 kreeg Zuid-Afrika de rechten voor de organisatie, na de apartheid. De daaropvolgende overwinning van een gemixt team was een belangrijk onderdeel van de herstelperiode, en een mooie boost voor Zuid-Afrika’s internationale reputatie. Terwijl ze Tunesië versloegen in de finale, bevestigde het beeld op de tribunes de ‘regenboognatie’ van Nelson Mandela. Dit beeld werd voortgezet bij het iconische WK rugby van 1995. Mandela was zelf te zien op de tribunes, juichend met een Bafana Bafana shirt.

Sindsdien is de Africa Cup een iets normaler evenement geworden, dat wereldwijd gevolgd wordt. De geweldige spelers schitteren tegenwoordig ook in de beste competities van Europa. Er zijn meerdere pogingen geweest om de competitie te gebruiken voor ideologische doeleinden, en de schaduw van het nationalisme is nog altijd te zien op het veld. Er zijn nog altijd politieke machten die onder de oppervlakte van het toernooi proberen invloed uit te oefenen, wat nog altijd zorgt voor spanning.

Als Gabon deze maand de Africa Cup organiseert, zullen ze dat doen in de nasleep van de omstreden herkiezing van president Alo Bongo Ondimba, wiens familie al sinds de jaren zestig in het presidentiële kantoor zit. Oppositiepartijen hebben protesten beloofd, terwijl sommigen flink wat beveiliging van de overheid verwachten. Zo gaat het vaak met de Africa Cup – er zal altijd iemand zijn die probeert te winnen en het toernooi voor politieke doeleinden te gebruiken. Er zullen daarom altijd twee winnaars zijn: het land dat het beste voetbalt en het land dat het beste begrijpt hoe je omgaat met de propaganda-oorlog naast het veld.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.