Hoe brokkenpiloot Laurens ten Dam een topwielrenner werd

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

Hoe brokkenpiloot Laurens ten Dam een topwielrenner werd

Tijdens deze Tour de France zullen alle ogen gericht zijn op grote namen als Chris Froome, Alberto Contador en Nairo Quintana.

Ergens in hun kielzog zal een man met een baard, een opengeritst shirt en pleisters en hechtingen over zijn hele lichaam rijden: Laurens ten Dam. Hij is inmiddels 36 jaar oud, maar wil van geen ophouden weten. Hij zal weer zwoegen, sleuren, vallen, opstaan en doorgaan. Na een tijdlang in Amerika te hebben gewoond, is hij terug. Nu rijdt de man die zo’n beetje elk bot in z’n lichaam weleens gebroken heeft misschien wel z’n laatste Tour de France. Allemaal voor die ene droom; het winnen van een etappe in de grootste wielerronde ter wereld.

Advertentie

Ten Dam, die geboren is op een woonboot, werd nooit gezien als een enorm talent. Hij was geen magiër op de fiets, zoals Peter Sagan, maar toch besloot hij na het afronden van het gymnasium zich vol te richten op het koersen. Hij ging rijden voor de amateurploeg Rabobank GS3, waar hij na drie jaar weg mocht. Te oud, en kans op doorstroming naar de professionele Rabobank-ploeg was er niet. Er waren een hoop jongens met meer talent en bovendien sodemieterde Ten Dam zo vaak van z’n fiets dat je haast zou denken dat hij er plezier aan beleefde.

Ten Dam stond toen al bekend als een aparte vogel. Hij woonde met zijn vrienden anti-kraak in een oud klooster in Maastricht en is ook afgestudeerd bedrijfseconoom. Je zou het niet direct verwachten bij een topsporter en het scheelde dan ook weinig of Ten Dam was dat nooit geworden. Na zijn vertrek bij Rabobank GS3 zat hij een tijdje zonder ploeg en bood hij zich overal aan. Desnoods zou hij voor een paar consumptiebonnen en een stuk appeltaart fietsen, maar hij moest en zou slagen.

Laurens met maatje Bram Tankink. (Foto: Proshots)

Na lang leuren hapte het Bankgiroloterij-wielerteam uiteindelijk toe, een klein ploegje waar de renners bij lange na niet zo veel verdienden als de prijswinnaars van de gelijknamige loterij. Met zijn ploeg reed Ten Dam in hipsterrondes met illustere namen als de Ster Elektrotoer en de Hel van het Mergelland. Sowieso loopt het wielrennen wat betreft het verzinnen van namen ver voor op andere sporten, zo rijdt er in Nederland sinds 2010 bijvoorbeeld het Baby-Dump Wielerteam rond. Ondertussen kreeg de ploeg van Ten Dam vrijwel overal waar ze op hun fiets stapten een flink pak slaag. Ze moeten zich gevoeld hebben alsof ze met Telstar in de Champions League speelden.

Advertentie

Het keerpunt in zijn carrière was een operatie aan zijn slagader, waar hij naar eigen zeggen ‘’40 procent beter uitkwam’’. Zonder de operatie was hij inmiddels al gestopt met fietsen. Terwijl de ene na de andere wielrenner om hem heen betrapt werd op doping, ging Ten Dam steeds harder fietsen. In 2005 ging hij voor Skil-Shimano rijden, een jaar later nam hij de gok om voor de wielerploeg van Unibet.com te tekenen en uiteindelijk kwam hij bij Rabobank terecht. Misschien wel zijn meest opvallende kwaliteit is dat Laurens altijd doorfietst, wat er ook gebeurt. Als er tijdens de Tour de France een atoombom op Frankrijk zou vallen vraagt Ten Dam vermoedelijk meteen bezorgd om een reservefiets en wat extra bidons. Hij kreeg geheel terecht het stempel van ‘bikkel’, omdat hij regelmatig met een bebloed gezicht of een beurs lichaam weer op de fiets stapte. Dat hij de avond daarna soms niet eens zijn eigen eten meer kan snijden, zoals op de foto hieronder, deert hem niet.

In zijn eerste jaar bij Rabobank mocht Ten Dam meteen meedoen aan de Tour de France, het walhalla voor iedere wielrenner. Hij was tot dan toe eigenlijk nog volslagen onbekend, maar dat veranderde al gauw. Elke journalist hing aan zijn lippen bij het horen van zijn wilde verhalen over de Chevy Van die hij als camper gebruikte. Een paar maanden voor de Tour was hij daarmee nog gaan kamperen in de Ardennen en had hij bronchitis opgelopen toen hij in het ijskoude water sprong. Dat zijn beste vrienden met een tot camper omgebouwde vrachtwagen (in de kleuren van de bolletjestrui) op de Alpe D’Huez stonden om hem aan te moedigen, maakte de verhalen over hem alleen maar mooier. Ten Dam eindigde uiteindelijk als 22ste in het klassement en was daarmee de beste Nederlander van de Tour.

Advertentie

De wielrenner kwam in de jaren daarna vooral in het nieuws omdat hij op de meest bizarre manieren ten val kwam. Zo is hij in Spanje, tijdens een ronde waarin ontzettend veel wind stond, eens geraakt door een vliegend dranghek. Het leverde hem een scheur in z’n bekken op. Bovendien brak hij in datzelfde jaar twee rugwervels en zijn pols na een val in een afdaling en werd hij een aantal weken daarna aangereden door een auto. Jaren later werd hij wederom geschept door een auto, die bestuurd werd door een 84-jarige Belg met een houten been. Dat klinkt als het begin van een flauwe mop, maar aan het korset dat de wielrenner de weken na het ongeluk moest dragen was weinig humor te beleven.

In 2013 was de Laurens ten Dam-hype op z’n hoogtepunt. Na anderhalve week in de Tour de France stond Ten Dam tot ieders verbazing vierde in het algemeen klassement, terwijl zijn land- en ploeggenoot Bauke Mollema zelfs in de top drie stond. Plotseling lieten Nederlanders in heel Europa de zwembaden en all-inclusive resorts links liggen en werd de Tour bijna obsessief gevolgd. Het besef dat de twee wielrenners van Belkin met een bijzondere ronde bezig waren, was volop aanwezig. Elke dag stonden de kranten vol van Ten Dam (die zelfs boven Alberto Contador stond in het algemeen klassement) en Mollema. ‘Bau en Lau’ waren hot, een iconischer duo was er in die tijd niet.

Uiteindelijk bleken toppers als Froome en Quintana een maatje te groot en eindigde Ten Dam als dertiende in het algemeen klassement. Dat de Nederlander in een tijdrit inmiddels traditiegetrouw ten val kwam en vervolgens een kind omver kegelde, hielp niet mee. Desondanks kende iedereen Ten Dam na de Tour en wilde elk criterium in Nederland de man met het karakteristieke opengeritste shirt en het op de borst stuiterende kettinkje hebben. Hij zou er tienduizenden euro’s mee verdienen.

Advertentie

Toen Ten Dam in 2015 een rugwervel brak bij een ongeluk werd hij plotseling wakker geschud. De val zette hem aan het denken: wat was belangrijk en wat waren zijn dromen? Het is natuurlijk ook niet zo gek om na te denken over je prioriteiten als je een medisch dossier hebt dat langer is dan de lijst van exen van Gordon. Ten Dam besloot dat hij meer tijd met zijn gezin wilde doorbrengen en meer van de wereld wilde zien. Aanvankelijk dacht hij eraan om bijvoorbeeld voor het Amerikaanse Jelly Belly (weer zo’n mooie naam) te gaan rijden, maar toen kwam Giant-Alpecin voorbij. Ten Dam kreeg van de wielerploeg een unieke kans: hij kon trainen in Amerika en in Europa de grote rondes rijden. Twee vliegen in één klap dus.

Laurens tijdens een vakantie op Curacao. (Foto: Proshots)

Hij besloot te tekenen en verhuisde met zijn gezin naar Santa Cruz in Californië. Elke dag kon hij urenlang trainen in een adembenemende omgeving en de rest van de dag met zijn gezin doorbrengen. Ook kreeg hij de kans om deel te nemen aan off-roadraces. ’s Avonds barbecueden de Ten Dammetjes ergens op een parkeerplaats of kreeg Laurens’ witte wielertorso wat zon op het strand. In de wielerwereld zal er vaak met opgetrokken wenkbrauwen naar hem gekeken zijn. Het stempel van ‘fietstoerist’ die zich elke avond op het strand misselijk eet aan XL-burgers lag natuurlijk op de loer. Gelukkig kon Ten Dam steeds terugkeren naar Europa om dezelfde mannen die om hem schamperden aan gort te rijden.

Nadat hij in mei zijn ploeggenoot Tom Dumoulin hielp om de Giro te winnen (en zelf als 34steeindigde), zal Ten Dam deze zomer in de Tour weer heel wat beulswerk gaan verrichten. Aanvankelijk zou dit zijn laatste seizoen als prof zijn, maar inmiddels blijkt zijn vorm zo goed te zijn dat hij er nog een jaartje aan vast wil plakken. Stiekem heeft hij nog één grote droom: een etappe in de Tour op zijn naam schrijven. En waarom ook niet? Zijn hele carrière al weet Ten Dam vriend en vijand te verbazen.

Eind 2004, toen hij zonder ploeg zat, leek de kans dat hij ooit met de toppers in de Tour mee zou kunnen komen ongeveer net zo groot als de kans dat Elvis uit de dood op zou staan. Van een brokkenpiloot met een minimumloon veranderde Ten Dam in een grote naam, iemand waar jonge renners tegenop kijken en waar alle patrons in het peloton respect voor hebben. Het moment waarop hij zijn fiets aan de spreekwoordelijke wilgen hangt komt dichterbij, maar voorlopig lijkt het alsof hij op z’n 36e in de kracht van z’n leven zit.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.