Het verhaal van de legendarische capo van PAOK Saloniki

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

Het verhaal van de legendarische capo van PAOK Saloniki

“Daar is hij. Christos, de legende,” zegt mijn Griekse begeleider tegen mij.

Hij kijkt en wijst naar een man met grijzend haar, die vrolijk op onze tafel komt afgestapt. Ik zit met zes PAOK-supporters, die vanuit Thessaloniki over zijn gevlogen, aan een tafel in een Düsseldorfse bierbrouwerij. Vanavond treedt hun club in de Europa League aan tegen Schalke 04. Als Christos de tafel nadert, staan de andere PAOK-supporters allemaal op om hem te begroeten. De ogen van mijn Griekse drinkbroeders fonkelen. De man, de leider van Gate 4, is niet al te groot, heeft een bierbuikje en glimlacht vriendelijk.

Advertentie

“Christos is een legende. Niet omdat hij zo goed kan vechten, maar omdat hij een echte leider is,” vervolgt mijn buurman aan tafel. “Hij heeft onze groep geleid.” Ik voel de nederigheid en trots bij de rest van mijn tafelgenoten. Christos laat het allemaal langs zich heen glijden. “Je wilde met me praten,” zegt hij tegen mij. “Kom, laten we aan de grote tafel hiernaast gaan zitten.”

Christos in gesprek met de redacteur. (Foto: Kostas Anastasiou)

Ik had al van hem en PAOK gehoord. Christos Papanikolaou was jarenlang de capo van de beroemde supportersgroep Gate 4. Hij was de baas op de tribune. “Ik werd de leider omdat ik respect afdwong op de tribune, ook bij onze tegenstanders,” legt Christos uit. “Ik heb tien jaar lang een goede soldaat van PAOK moeten zijn om op dat punt aan te komen.” Ook het organisatorische talent van Christos was essentieel. “Veel mensen vonden dat ik als beste met de PAOK-supporters kon communiceren om de groep bij elkaar te houden en de neuzen dezelfde kant op te krijgen. Maar ik geloof vooral dat ik capo werd omdat ik er een enorme drang naar had. Het zat in mijn karakter. Ik heb me nooit verborgen, ben nooit weggelopen. Ik stap nog steeds voor de voorste linie uit om te vechten of mijn mensen te beschermen.” Christos was de baas over het supportersblad in het stadion en verzorgde de communicatie met de PAOK-fanclubs over de hele wereld. Hij bedacht supportersliederen die via het Toumba-stadion de wereld over zouden gaan.

Advertentie

Als creatieve capo heeft hij ook invloed gehad op de Griekse popcultuur. “Voor de Griekse bekerfinale van 2003 moesten we tegen onze aartsrivaal Aris Saloniki,” vertelt Christos. “We dronken ons de avond voor de wedstrijd naar de kloten. Ik begon lukraak te zingen wat in me opkwam: ‘Geef ons nou eindelijk die kutbeker, ik kan niet langer wachten’. De volgende dag zong het hele stadion urenlang dat lied en wonnen we de beker. De Griekse media gingen los, omdat ze het lied zo ongepast vonden. Een jaar later namen supporters van het nationale elftal het lied over tijdens het EK in Portugal. Het nationale elftal en heel Griekenland zong het lied, maar niemand wist dat het van mij en mijn vrienden kwam.”

Hoe diep zijn invloed in de supportersgroep is verankerd, blijkt ook uit de jarenlange vriendschap van PAOK met Partizan Belgrado. De twee clubs delen het orthodox-christelijke geloof en hun clubkleuren, wat ze in tal van supportersliederen benadrukken. Christos legde de bodem voor deze vriendschap. “Toen er oorlog woedde in Joegoslavië zochten veel arbeiders onderdak in Thessaloniki. Een paar van hen sliepen in het huis van mij en een paar vrienden. Ze waren fans van Partizan, waardoor we elkaars wedstrijden begonnen te bezoeken,” vertelt Christos. Hij woont sinds vijf jaar in Düsseldorf, maar wedstrijden van PAOK volgt hij altijd via een livestream, of hij nou thuis is of op werk. Het leven van Christos als strijder en migratiearbeider is tekenend voor de identiteit van PAOK.

Advertentie

“Je moet de geschiedenis kennen om de supporters van PAOK te begrijpen,” vertelt Christos. Hij kijkt met de blik van een leraar naar wie je goed moet luisteren. “De club werd na de Grieks-Turkse oorlog opgericht door Grieken die uit Konstantinopel waren gevlucht. De Griekse vluchtelingen waren vreemdelingen in eigen land. PAOK gaf hen een thuis.” De laatste jaren vertrekken juist veel mensen uit Thessaloniki en omstreken in de hoop op een beter leven, waardoor PAOK veel supporters heeft in het buitenland. “De geschiedenis van PAOK als buitenstaander maakt onze mensen sterker. Wij zijn strijders en geven niet op, niet op het veld en niet in het leven. PAOK is onze identiteit.”

Christos (uiterst rechts) in zijn jongere jaren bij PAOK. (Foto uit privéarchief)

Christos gooit zijn glas met bier in één teug achterover. Het is tijd om richting het stadion te gaan. Ik rij met hem mee in zijn SUV. “Je moet de andere deur hebben, daar zit het kinderzitje,” zegt hij als ik mijn plekje zoek. Het regent als we door de binnenstad van Düsseldorf rijden. “Vroeger konden we nog met tegenstanders vechten in het stadion,” zegt Christos met een weemoedige blik. “Bij Aris hebben we een keer voor een wedstrijd een matpartij van twintig minuten gehad op het veld. Dat was niet alleen voor de lol, maar ook tactisch. Onze beste speler was er niet bij door een blessure. De wedstrijd werd afgelast. Later wonnen we de inhaalwedstrijd met 4-0.”

Christos spreekt bedachtzaam. Vragen over geweld gaat hij soepeltjes uit de weg, maar zo nu en dan laat hij wat vallen. “Een keer, uit bij Olympiakos, gooide iemand een ijspegel uit een vriezer op mijn oog. Omdat ik de artsen daar niet vertrouwde, heb ik in eerste instantie wat tabak in de wond gedrukt. Pas later heb ik de wond in Thessaloniki laten hechten.” Dan zwaait de achterdeur van de SUV open en klimt een tienjarig, blond meisje de auto in. “Dit is mijn dochter, ze mag vandaag als beloning voor het eerst met mij mee naar PAOK,” zegt Christos. Ze lacht: “Ik heb alleen maar tienen gehaald.”

Advertentie

Op weg naar Gelsenkirchen. (Foto: Kostas Anastasiou)

Terwijl Christos vertelt over trucjes om uitvakken voller te krijgen en het kat- en muisspel met de politie, rijden we verder. Vroeger ging hij met de bus naar uitwedstrijden, altijd op zijn hoede voor rivaliserende supportersgroepen. Vandaag zit zijn dochter achter hem op een kinderzitje. “Als je jong en alleen bent, ben je alleen voor jezelf verantwoordelijk. Als je je ook om je gezin moet ontfermen, verandert je leven.” Door zijn gezin en baan is zijn honger naar adrenaline afgenomen. Zijn grenzen zoekt hij niet meer op tijdens het vechten, respect zoekt hij niet meer alleen op de tribunes. Christos is volwassen geworden. “Als ik hier nu met de zwaarste Schalke-hoolie zou zitten, zou ik liever een biertje met hem drinken dan vechten,” lacht hij. “Dat levert meer respect op dan een knokpartij.”

Het regent. De steden van het Ruhrgebied trekken aan ons voorbij. Christos vertelt over provocaties van Schalke-supporters bij de heenwedstrijd, met verbrande briefjes van vijftig euro en Macedonische vlaggen. “We weten allemaal dat dat vanuit Komiti Skopje (een club die bevriend is met Schalke, red.) kwam. Dit is een conflict is tussen Skopje en ons. De Duitsers moeten zich erbuiten houden,” zegt hij. Door de voorgeschiedenis verwachtten media een heet avondje tussen PAOK en Schalke in Gelsenkirchen, maar Christos denkt daar anders over.

“We hebben geen rivaliteit met Schalke. Als er een echte rivaliteit was geweest, waren we nu niet alleen in de auto naar het stadion gegaan, maar met zijn allen. We willen dan dat niemand slachtoffer wordt,” zegt hij, terwijl hij met zijn vinger naar zichzelf wijst. “Je bent als leider verantwoordelijk voor alle anderen. Als iemand niet weet wat hij moet doen of in zijn broek poept, moet je hem helpen. Als je dat niet kunt, kun je de groep niet leiden.” Christos is al acht jaar niet meer actief, maar wordt in het supportersblad, verschillende fansites en blog nog steeds ΑΡΧΗΓΟΣ of ‘Arhigos’ genoemd, wat leider betekent. “Het is moeilijk voor mij. Vooral de jongeren kijken naar me op en zien me als een legende. Ze vergelijken zichzelf met mij. En ik weet dat natuurlijk. Ik probeer ermee om te gaan. Het werkt het beste als ik mezelf blijf.”

Advertentie

Christos met zijn armen gestrekt boven het Times logo op Highbury. De wedstrijd eindigde in 1-1. (Foto uit privéarchief)

Een uur voor de aftrap staan we in de file. “We moeten op een andere manier naar het stadion komen,” zegt Christos. “Mijn Griekse sereniteit heb ik niet verloren.” Hij is door de crisis en slechte arbeidsmarkt vertrokken uit zijn thuisland. “Het probleem in Griekenland is dat de beleidsmakers achteloos over anderen beslissen. Ze vechten niet voor de normale mensen en respecteren hen niet.” In Griekenland worden de crisis, armoede en soberheid van nu vaak aan Duitsland verbonden. Tijdens de heenwedstrijd toonden de PAOK-supporters een spandoek met daarop Angela Merkel met een Hitler-snorretje. Christos is het daar niet mee eens. “Ik snap niet dat ze zuur zijn richting Duitsland. De EU heeft tegen Griekenland gezegd dat het geld moet besparen, maar die Griekse politici zeggen tegen de bevolking dat Schäube en Merkel hen bevolen hebben in de pensioenen te snijden. Dat is helemaal niet waar. Ik probeer dat de Grieken ook duidelijk te maken.”

Christos zit nu op zijn praatstoel. De crisis is voor hem een belangrijk en gevoelig punt. “Ik hou van mijn thuisland, maar ik ga er niet meer heen op vakantie. Ik krijg er steeds ruzie met mijn vrienden en familie. Ze vinden dat degenen die vertrokken zijn niet genoeg gevochten hebben voor Griekenland. Maar ik wilde niet met mijn belastinggeld andere mensen in het land een lui leventje bezorgen,” zegt hij met een starre blik. “De problemen in Duitsland zijn niet zo makkelijk op te lossen. Ik wil de rest van mijn leven in Duitsland blijven. Hier voel ik me thuis. Mijn dochter heeft hier betere kansen.”

Advertentie

We rijden de parkeerplaats op. De Schalker Arena steekt een stukje verder de grijze lucht van Gelsenkirchen in. Het stadion is omringd door politie. Christos heeft twee kaartjes voor hem en zijn dochter. Hij zegt me voor nu gedag. “Dit is onze eerste gezamenlijke wedstrijd, daar gaan we met zijn tweetjes van genieten,” zegt Christos.

Christos met zijn dochter en de redacteur bij Gelsenkirchen. (Foto: Kostas Anastasiou)

Vier minuten later sta ik in het uitvak van PAOK. De Zuid-Europese sfeer zit er meteen goed in. Het spel is niet best. Schalke-supporters tonen Macedonische vlaggen en een spandoek met “Fucking PAOK-fans” erop. Ook stangen ze de politie met een “ACAB”-spandoek. De Grieken reageren. “Eimaste alania ki exoume ton PAOK gia thriskeia, kai den mas tromazei i poutana i astinomia,” zingen ze. “Wij zijn straatkinderen, wij hebben PAOK als religie en zijn niet bang voor de politie.” De wedstrijd eindigt in 1-1. PAOK is uitgeschakeld.

Het maakt het dochtertje van Christos niet uit, als we elkaar na de wedstrijd weer zien. “Het was vet,” roept ze. Voor Christos was het ook bijzonder. “Het was voor mij anders om niet tussen de jongens te staan, maar het was goed zo. Ik kon haar alles goed uitleggen. Ze wilde bijvoorbeeld weten hoeveel doelpunten we nog moesten scoren en wat buitenspel is. De verhalen van vroeger vertel ik haar wel als ze wat ouder is.”

We staan vast op de parkeerplaats, die erg langzaam leegstroomt. Buiten is het donker, het regent nog steeds. De dochter van Christos valt in slaap, maar hij praat steeds meer. Terwijl we de snelweg op draaien, vertelt hij over Oekraïense politieagenten die bijverdienen als pizzabezorgers, een achtdaagse busreis van 7000 kilometer naar Sevilla voor een trieste 0-0 en de imposantste uitsupporters in het Toumba-stadion. “De Glasgow Rangers waren luid. Maar er is veel veranderd, ook door het geld. Voetbal is voor veel mensen gewoon entertainment. Vroeger sprongen alle supporters, nu zijn ze bezig met hun telefoon. Het DNA van voetbalsupporters is veranderd,” vat hij nuchter samen.

Advertentie

Gate 4 in de jaren negentig. (Foto uit privéarchief)

Op zijn sweatshirt staat in zwarte letters “Oldschool” met eronder “Against Modern Football”. Die boodschap betekent veel voor Christos. “De jonge mensen van nu begrijpen deze tijd niet. Ze zijn ‘lost in translation’. Ze willen iets kopiëren waarvan ze niks weten, en ze snappen daarom ook niet waar het om draait.” Hij kijkt me door de achteruitkijkspiegel in mijn ogen aan. “Het gaat om de ziel, roem en respect. Niks anders.” Daarna laat hij een stilte vallen. Hooligans gebruiken het woord respect graag, maar is het geweld wel veranderd in de afgelopen twintig jaar? Christos denkt van wel. “Het is prima als je onderling wil matten, maar ik accepteer het niet als onschuldige mensen erbij betrokken raken. Dat is niet eerlijk,” legt hij uit.

Düsseldorf-Hauptbahnhof, we zijn er bijna. Onderweg wijst Christos een restaurant aan waar ik volgens hem een keer moet eten. Ik vraag hem wat hij de huidige jonge generatie van Gate 4 mee wil geven. “Ik wil ze vooral zeggen dat ze zichzelf moeten respecteren. Daarna je vrienden. En straal dat uit in je leven. Dan wordt alles beter. Het is zo simpel.” Respect, roem, de ziel van de ‘Oldschool’, het klinkt verleidelijk en makkelijk te verheerlijken. “Natuurlijk klinkt het allemaal aantrekkelijk voor jonge mannen. Daarom gaan zoveel mensen deze wereld in. En dat is ook waarom voetbal de koning aller sporten is,” zegt Christos. “Ik ken mensen die dagenlang door Europa reizen om een enkel doelpuntje te zien, met maar tien euro op zak. Dan heeft zelfs geld geen invloed meer,” lacht hij.

“In Griekenland lijden veel mensen door de crisis. Veel mensen hebben hun huis verloren, er zijn veel zelfmoorden. Maar zie je bij ons grote demonstraties? Nee,” vervolgt hij. “Maar als een voetbalclub onterecht behandeld wordt, gaan duizenden mensen de straat op. Voetbal is een ‘thinking drug’.” Ook nu hij vijftig is, een kind heeft en is verhuisd, kan Christos het voetbal niet weerstaan. “Mijn leven is veranderd, maar de mensen die PAOK volgen, zijn niet zomaar supporters. Het zijn net priesters. Ze zijn gelovigen. Het clubgevoel blijft altijd bestaan.”

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.