Of dat nou kwam door de geforceerde oefeningen of door de massa (anti-)sporters waarmee ik mee moest sporten, weet ik niet. Het was simpelweg een omgeving waarin de nerderige types zich inlikten bij de leraar en waar de macho’s hun slechte cijfers konden compenseren.Dat is slechts mijn persoonlijke beleving. Sportonderwijs heeft pedagogisch gezien vast meerwaarde, zeker voor de kinderen die van huis uit weinig met sport te maken hebben. Ik hield van sport, maar ik had gewoon nooit zin om na een lange schooldag met een groep sporthaters, betweters en neuroten door een gymzaal te rennen.
Advertentie
Maar mijn ergernis bracht me wel op een idee. Als het mij al zo erg irriteerde, hoe moet het dan geweest zijn voor degenen die dagelijks zo’n groep onder controle moet houden? Van welke types hebben gymleraren gedurende hun loopbaan het meeste last?Ik vroeg gymleraar Richter* naar zijn inzichten. Misschien dat meester Richter iets te lang als gymleraar had gewerkt, want hij wist in geuren en kleuren te vertellen over de meest vervelende types die hij in negenentwintig jaar in het vak tegenkwam:Dit is verreweg het meest voorkomende type scholier. Het zijn meestal jongens die denken dat ze Cristiano Ronaldo zijn. Ze zijn het liefst continu aan de bal zijn en passen naar niemand. Helaas zijn er van dit type enorm veel. Ze irriteren mij het meest omdat ze erg roekeloos zijn.Ik heb sowieso het idee dat jongens steeds roekelozer worden. Ze nemen de macht in de klas en dicteren wat er moet gebeuren en wat er door wie wordt gedaan. Dit gaat natuurlijk samen met de nodige seksistische uitingen.Maar als er één van hen te veel zelfvertrouwen krijgt of brutaal wordt, dan neem ik graag wat pedagogische maatregelen. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat ik een brutale jongen even een turnoefening voor laat doen, zodat hij zichzelf voor lul kan zetten. Wie heerst moet immers ook kunnen incasseren.Het verbaast mij altijd hoe weinig van de egoïsten eigenlijk nadenken over waar ze mee bezig zijn. Ze zeggen bijvoorbeeld: “Ik win de estafetteloop, want ik ben de beste”. Zulke uitspraken impliceren een soort respectloosheid tegenover de rest. Winnen is zo belangrijk voor ze dat ze er niks van leren. Uiteindelijk moeten ze vaak toch toegeven dat iemand anders beter was.
1. De egoïst
Advertentie
2. Het trutje
3. De zeurpiet
Advertentie
4. De topsporter
5. De beruchte sportontwijker
Advertentie