De wondere wereld van het Japanse rugby
Foto's: Craig Wing

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

De wondere wereld van het Japanse rugby

In zijn thuisland was de Australische Craig Wing met zeventien optredens in het nationale rugbyelftal een hele grote.

Toch fietste hij niet veel later door Tokio met een paraplu in de ene hand en een sporttas in de andere, waar bijna niemand hem kent. Op weg naar de training van een team waarvan hij een paar maanden daarvoor nog niet wist dat het bestond. Dit is de rugby-variant van Lost in Translation, waar grote reputaties ten onder gaan, maar wel groot geld wordt verdiend. Na het WK van 2015 tekenden David Pocock, Bernard Foley en Israel Folau allemaal een contract bij een rugbyclub in Japan. Er gingen al vaker rugbysterren die kant op en er zullen er nog meer volgen. Velen spreken dan over een spannende uitdaging of nieuwe levenservaring, maar de Japanse yen lijkt toch vooral de grootste drijfveer. Toen Wing naar Japan vertrok in 2010 kreeg hij namelijk ongeveer vier keer zoveel betaald. “Het verdiende heel goed,” vertelde hij aan VICE Sports. “Ik verdiende meer dan ik deed op het toppunt van mijn carrière.”

Advertentie

Craig Wing in Japan.

Het geld komt niet van televisierechten, toegangskaarten of louche suikerooms. De clubs zijn prestigeprojecten van de grootmachten van de Japanse economie. Panasonic, Honda, Mitsubishi, Yamaha, Ricoh en Toshiba hebben allemaal een team. Buitenlandse spelers worden na de transfer dus meer het gezicht van zo’n bedrijf dan van de club. “Toen ik over mijn contract onderhandelde probeerde ik er een auto te krijgen, maar die leverden ze niet,” legt Wing uit. “Ik dacht: geen probleem, ik koop er wel een als ik daar ben.’’ “Maar ik kwam erachter dat het bedrijf in hun beleid had opgenomen dat personeelsleden met het openbaar vervoer naar het werk moeten komen. Er stond wel een parkeergarage vlak bij de club, maar wij moesten ons aan de bedrijfsregels houden. Net als de mensen op kantoor.” Er is een quotum dat maximaal drie buitenlandse spelers per team toestaat. De rest van het team begint hun dag op kantoor voordat ze gaan trainen. Door de taalbarrière, het cultuurverschil en de inkomensongelijkheid verwacht je dat de kloof tussen de buitenlandse en lokale spelers groot zal zijn, maar dat valt behoorlijk mee. De steengoede Britse vleugelspeler Uche Oduoza sloot in 2008 aan bij Suntory Supergoliath. Hij speelde maar één seizoen in Japan, maar hij heeft alleen maar goede herinneringen aan Tokio. “Er heerste een familiaire sfeer bij de club. We waren veel samen als team. We aten samen, leerden elkaars familie kennen en dronken wat na de training,” zei hij.

Advertentie

Uche Oduoza met een voormalig teamgenoot

“Teamgenoten gaan heel respectvol met elkaar om in Japan. Die platvloerse sfeer van een Engelse kleedkamer kennen ze in Japan niet. Dat wil niet zeggen dat de ene cultuur beter is dan de andere, maar we hadden een sterke band. Ik heb nu nog steeds contact met een aantal van mijn teamgenoten daar.” Wing merkte ook het verschil met zijn thuisland. “Het is heel anders dan in Australië of Engeland, waar je samen aan de bar hangt en achter meisjes aangaat,” zei hij. “In Japan gaat het vooral om elkaars gezelschap en de teamgeest.” “Op een typisch avondje uit ga je naar een all-you-can-eat-restaurant. Ze noemen dat de ‘hour of power’. Vervolgens ga je naar een karaokebar. Daar gaat het meer om de drankspelletjes dan om het zingen.” “Ik vroeg de Japanse jongens wat ze ervan vonden dat de buitenlandse spelers zoveel betaald kregen,” vertelt Wing. “En ik was benieuwd of ze liever een full-time rugbyspeler wilden zijn. Negen van de tien zeiden van niet. Ze hadden een goedbetaalde baan en zekerheid voor de rest van hun leven. Ze hoefden maar vier uur per dag te werken en trainden daarna altijd. Bovendien reisden ze de wereld over voor grote wedstrijden. Wel zal het voor hen een ramp zijn als ze door het bedrijf worden weggehaald uit het team en ze de hele dag op kantoor moeten zitten.”

Craig Wing met teamgenoten in Japan

De kameraadschap is hartverwarmend, maar de mix tussen professionals en amateurs zorgt voor een groot niveauverschil. Nemani Nadolo uit Fiji zei daar ooit over: “Met alle respect, maar iedereen met twee benen kan daar spelen.” Dat is natuurlijk overdreven, maar er zit wel een kern van waarheid in. Ook Oduoza vond dat de Japanse competitie beneden zijn niveau was, maar dat het wel iets beter was dan het tweede niveau van Engeland. Wing gaf ook toe dat zijn overstap een stap terug was. Maar het Japanse rugby is vooral een ander soort rugby. “Ze hebben niet die typische enorme voorhoedespelers zoals je ziet in Wales of Zuid-Afrika,” zegt Oduoza. “In plaats daarvan zijn ze sneller, kleiner en werken zich een slag in de rondte.“ De dynamiek en de mentaliteit van de Japanse spelers zorgden voor een verrassing op het WK van 2015, waarin ze Zuid-Afrika versloegen. Dat was een voorbode voor de Olympische Spelen van 2016. In Rio de Janeiro verrasten ze Nieuw-Zeeland. Ondanks die successen blijft het Japanse rugby beperkt tot Japan. Aan Japanse wedstrijden wordt nauwelijks aandacht besteed in het buitenland. Terwijl Japanse spelers onder de radar blijven, zorgen de buitenlandse spelers voor de media-aandacht. Ze zijn het gezicht van de club én het bedrijf en dat is in Japan een zware last. Zo werd er eens een speler gepakt voor het rijden onder invloed. De autofabrikant die de club financierde ontsloeg de speler niet alleen, maar ze doekten het hele team op.

Wing met zijn voormalige coach Eddie Jones

“Baldadig gedrag wordt niet getolereerd,” legt Wing uit. “Elk bedrijf moet zich verantwoorden aan hun aandeelhouders. En daar zitten waarschijnlijk altijd wel invloedrijke mensen tussen die het sponsoren van een rugbyclub geldverspilling vinden. Ze behandelen je als een volwassen persoon en ze verwachten daarom ook dat je je als een volwassen persoon gedraagt. Er wordt je verteld dat je het niet moet verkloten, want daar weten ze wel raad mee.” “Er zijn hier geen tweede of derde kansen. Dat is wel anders in Australië of andere rugbyculturen. Als je te maken krijgt met de politie of op de voorpagina’s terechtkomt nadat je iets verkeerd hebt gedaan, dan ben je weg,” vertelt Wing. Als je op het rechte pad blijft kan je lang genieten van de meest intrigerende rugbyculbtuur.
“Het is een lot uit de loterij, zegt Wing. “Je krijgt goed betaald, hebt ontzettend veel vrije tijd en maakt kennis met een verfrissende cultuur. Ik was van plan om twee jaar te blijven, maar het werden er zes. Dat gebeurt nou eenmaal als je naar Japan vertrekt.”

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.