De wonderbaarlijke wederopstanding van Oldham Athletic
Foto: Richard Matthews

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

De wonderbaarlijke wederopstanding van Oldham Athletic

Elke week schrijft Martijn Neggers een sportcolumn voor VICE Sports over het theater achter het Nederlands voetbal. Neggers staat erbij en kijkt ernaar.

Er zijn steden waar de liefde en warmte van elke stoeptegel en elke straathoek straalt. Er zijn steden waar iedereen lijkt te lachen en waar geluk in elke woonkamer huist. En er is Oldham. Oldham is al snel de onbeschaafde broer van Helmond, Oss en Woensel-West. In de schaduw van het grote Manchester aan de ene kant, in de leegte van de gesloten mijn en de verdwenen textielfabrieken aan de andere kant. Het is een klein half uurtje met de tram, en een kwartiertje lopen naar Boundary Park. Een deprimerende wandeling langs Arabische reisbureaus die goedkope reizen naar Mekka aanprijzen, winkels waar nepgoud verhandeld wordt, en langs huizen die aan de straatkant richting het stadion hun ruiten hebben ingeruild voor plexiglas.

Advertentie

Middenin dat circus van depressiviteit ligt de voetbalclub Oldham Athletic. In 1992 en 1993 een laagvlieger in de Premier League – daarna is het rap minder geworden. En, laten we zo zeggen: het wordt niet snel beter. Als Roger Palmer, Andy Goram en Clyde Wijnhard een doorsnede van je beroemdste oud-spelers zijn, weet je dat je als club niet rijkelijk bedeeld was in de loop der jaren. Om nog maar te zwijgen van het clubblad dat (oh, ironie) The Blues heet. Iedereen die van voetbal houdt, en af en toe zijn ogen dichtslaat en verzuchtend nee schudt wanneer er weer eens een voetballer als Gareth Bale voor honderd miljoen euro verhandeld wordt, zou een club moeten uitkiezen in de Football League One. Het maakt niet uit welke. Argumenten doen er amper toe. Oldham werd mijn club omdat ik het stadion en het logo prachtig vind. Het had – in het begin – elke club kunnen zijn. Inmiddels natuurlijk niet meer. Er is maar één club. Zoals dat gaat, met voetbal. Na twee weken word je enthousiast, na drie weken fanatiek, en na een maand of twee ben je fan. In mijn geval was het Oldham, waar ik voor het eerst naartoe reisde met een vriend van me. Barnsley thuis. 1-2 verloren. Als je samen kunt lijden, is voetballiefde op haar eerlijkst. Ik kan het iedereen aanraden die weer eens een bloedeloze 0-0 tussen Chelsea en Manchester City heeft uitgezeten.

Er komt op de een of andere manier maar geen eind aan de ellende bij Oldham. Ze zeggen wel eens dat Feyenoordsupporter zijn een lijdensweg is. Ik durf de stelling wel aan dat de mensen die zulke taal in de mond nemen nog nooit in Oldham geweest zijn. Op Boundary Park moet elk jaar de gifbeker leeg. Een gifbeker ter grootte van een pint, ook dat nog. Dit jaar leek de ramp compleet. Het seizoen was nog maar een paar weken jong toen de net aangestelde coach Darren Kelly ontslagen werd na een 5-1 nederlaag tegen Peterborough. David Dunn, net dat jaar als speler aangekocht en eenmalig Engels international, werd de nieuwe coach – maar won tijdens zijn zeventien weken als hoofdcoach maar twee wedstrijden. Als Simon Corney, de voorzitter, zijn ogen tot spleetjes kneep, en heel goed zijn best deed om door de donkergrijze lucht naar boven te kijken, kon hij in de verte de degradatiestreep nog net zien liggen.

Advertentie

Shez is back
Voor we verder gaan, eerst een stap terug in de tijd. In 2006 stond John Sheridan op als alweer een nieuwe manager van het eerste elftal. Sheridan, oud-international van Ierland, die in 1988 op de bank toekeek hoe Wim Kieft een bal inkopte die hem de rest van zijn leven zou achtervolgen, loodste Oldham Athletic in zijn eerste jaar naar de play-offs voor de promotie. Twee jaar later werd hij alsnog ontslagen na een hele rits nederlagen en een vechtpartij tijdens een teamuitje naar het hondenrennen. Negen trainers volgden, in zeven jaar. Zeven graatmagere jaren met een paar vijftiende, een paar zestiende en zeventiende en zelfs een negentiende plaats. Eindigend in de dramatische reeks van manager David Dunn – de eerder genoemde twee overwinningen in zeventien wedstrijden. Een gemiddelde Brit krijgt in zijn leven weinig cadeau, maar zelfs voor Britse begrippen was deze lijdensweg geen pretje.

Maar, zoals het hoort bij een magistrale ontsnapping: als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Na al het zuur en het bitter was het tijd voor de zoete geur van overwinning. John Sheridan keerde terug – een zucht van verlichting ging door de vervallen straten en door de gehorige tussenmuren van Oldham. Op Twitter dreef de hashtag #Shezisback boven. Een onwerkelijk optimisme begon te klinken. Met Shez (John Sheridan) zouden we het wel eens kunnen gaan halen. Het was pas januari, en wat wilden die negen punten onder de streep nou helemaal zeggen?

Advertentie

Shezurrection en gehakttaartjes
Johan Derksen wil bij clubs in nood nog wel eens de term ‘god zegene de greep’ gebruiken, maar het terughalen van de zeven jaar terug in onmin geraakte trainer bleek wel degelijk een door god gezegende greep. Eindelijk bekommerde onze lieve heer zich ook weer eens om de door alles en iedereen vergeten en verlaten inwoners van Oldham. Er kwamen een paar nieuwe spelers in het elftal – misschien nog wel belangrijker: er vlogen er een aantal uit het elftal en het begon zowaar te draaien. Elke week kroop het een heel klein stukje dichter richting de rand van de gevarenzone. Na #Shezisback was de volgende hashtag geboren: Oldham, home of the #Shezurrection. Enige creativiteit met het gebruik van Sheridans bijnaam kunnen we Latics, de supporters van Oldham Athletic, niet ontzeggen.

Half april kroop Shez met zijn mannen over de degradatiestreep heen, om zich op wonderbaarlijke wijze een paar weken later tegen het al gedegradeerde Crewe Alexandra veilig te stellen, na vier thuisoverwinningen op rij. Spelers uitzinnig, Shez uitzinnig, Boundary Park uitzinnig. De meegereisde fans van Crewe (die hebben het ook niet makkelijk) werden getrakteerd op gehakttaartjes uit de kantine. De Oldham Evening Chronicle kopt met chocoladeletters: Latics safe and sound.

De stad wordt er niet mooier op, de toekomst van haar inwoners wordt er niet minder uitzichtloos van, maar ze hoeven volgend jaar in elk geval niet naar nóg lelijker voetbal te kijken. En dat is, met koude en regenachtige maanden als juni, juli en augustus in aantocht, een prettig vooruitzicht. We stay up. Voor het twintigste opeenvolgende jaar speelt Oldham Athletic FC in de League One. Ik boek mijn vliegtickets vast.

Of, zoals de Athletico’s, de ultras op de korte zijde, poëtisch en licht filosofisch mijmeren: I’m a bastard, I’m a bastard, I’m a bastard, yes I am. Though I’d rather be a bastard, than a fucking Yorkshireman.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.