De 16-jarige Nederlanders die voor een doorbraak in Formule 1 trainen

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

De 16-jarige Nederlanders die voor een doorbraak in Formule 1 trainen

Richard Verschoor en Jarno Opmeer zijn zestien jaar, maar al aangesloten bij prestigieuze Formule 1-teams.

De jongens zijn vrienden maar ook rivalen. En ze hebben inmiddels meer dan vaak genoeg gehoord dat ze allebei de nieuwe Max Verstappen zijn. Na succes in het karten werden Richard en Jarno na een jaar in de Formule 4 al opgepikt door de Formule 1-teams van Red Bull en Renault – de merken waarmee Verstappen ook de autosporttop haalde.

Toch denken ze verschillend over hoe krachtig de ‘slipstream’ van hun landgenoot is. De weg naar de Formule 1 is nog lang, maar vereist nu al dat ze offers maken. VICE Sports sprak ze vlak voor de start van hun nieuwe seizoen over Verstappen, uitgaan en hun raceopleiding.

Advertentie

VICE Sports: Ha Richard en Jarno, de meeste leeftijdsgenoten zitten niet achter het stuur maar in de kroeg. Gaan jullie wel eens samen stappen?
Richard Verschoor: Eh, nee. Al mag dat wel, Red Bull zegt er niets over. Het is gewoon net hoe verstandig je zelf bent. Natuurlijk ben ik wel eens uitgeweest, ook met een andere teamgenoot. Je moet ook een beetje lol houden in het leven toch
Jarno Opmeer: Renault is er wel heel streng in. Ze zeggen sowieso dat alle trainingen worden geregistreerd en willen dat je één keer per dag traint. Ze vinden het echt niet erg als je één keer in de twee maanden gaat stappen, maar ze willen niet dat je elke vrijdag gaat. Dat is ook wel logisch op zich. Je wilt iets behalen, dus het is maar net hoe graag je dat wilt. Maar ons leven is wat dat betreft toch flink anders dan dat van onze vrienden.

Kun je daar gemakkelijk met je vrienden over praten?
Jarno: Die van mij snappen het altijd wel en doen niet moeilijk. Ze begrijpen dat je elke dag bezig bent en niet elke dag iets met ze kan doen of uit kan gaan. Vaak zijn ze juist enthousiast over hoe het gaat en eerder jaloers op wat ik doe.
Richard: En als je dan een keer toch komt, is het juist supergezellig omdat je elkaar soms lang niet gezien hebt. Je kunt ook te overmoedig worden, te gefocust op het rijden en te veel willen. Dan ga je het misschien overdenken en kan het juist bergafwaarts gaan. Je moet die lol ook blijven houden.
Jarno: Je moet juist sociaal blijven en met vrienden en familie om blijven gaan. Anders begin je antisociaal te worden, denk ik. Het is denk ik het belangrijkst om naast het racen en trainen ook gewoon gezellig te blijven doen.

Advertentie

De vergelijking met Max Verstappen komt vaak naar voren. Zijn jullie daar al moe van?
Richard: Ja.
Jarno: We horen het héél erg vaak.
Richard: We zeggen elke keer hetzelfde: hij is Jarno en ik ben Richard. En dat is het. Iedereen weet dat Max een supergroot talent is en alles, maar we doen allemaal ons best en proberen altijd beter te worden. Zo zal Max het ook zien. Meer dan je best kun je niet doen. De vergelijking met Max maak ik zelf bijna nooit.

Ik kan me wel voorstellen dat er sneller deuren opengaan na wat Max voor de Nederlandse autosport heeft gedaan.
Jarno: Vooral media en sponsoren zijn sneller en meer aangetrokken. Dat heeft ons ook geholpen. NOC*NSF heeft daarin ook een rol gespeeld – ik heb begrepen dat de KNAF dankzij Max’ Grand Prix-overwinning in Spanje meer budget heeft gekregen.
Richard: Uiteindelijk heeft het altijd veel invloed als iemand zoiets doet. De sport is hier groter geworden. Maar ik denk dat het niet waar is dat deuren daardoor gemakkelijker opengaan. Mensen zijn alleen wel meer bezig met Formule 1. Ze vragen er vaker naar en of ik de teamgenoot van Max word.

Op welke manier is jullie leven veranderd sinds jullie aan de opleiding begonnen?
Richard: Toen ik halverwege vorig jaar werd vastgelegd nog niet zo veel, maar sinds dit jaar is er wel veel veranderd. Vooral door fysieke training voor een hogere en zwaardere klasse, de Formule Renault 2.0. Maar ook door de voorbereiding op 2018. Je wilt er echt gewoon niet uitgekickt worden. Ik oefen nu ook meer dan ooit in de racesimulator.
Jarno: Vanaf het moment dat ik eind vorig jaar bij Renault kwam, zijn we gelijk hard aan het werk gegaan. Ik moet minimaal één keer per maand naar de fabriek in Engeland om daar te trainen. En alles wordt in de gaten gehouden.

Advertentie

De onderlinge rivaliteit spat er vanaf.

Hoe is het op zo’n jonge leeftijd in deze opleidingsprogramma’s te zitten?
Richard: Super eigenlijk. Ik denk dat die van Red Bull en Renault de beste zijn. Ze steken heel veel aandacht in hun rijders om ze beter te maken. Dus ik had met mijn leeftijd niets beters kunnen wensen.
Jarno: Wat hij zei. Ik vind het fijn dat ze echt met veel helpen, vooral fysiek en mentaal. Ze laten je niet aan je lot over, maar maken je echt beter.

Hoe belangrijk is de financiële steun van Red Bull en Renault om verder te komen in de autosport?
Richard: Zonder Red Bull was dat voor mij zeker niet gelukt. Misschien in een andere klasse, maar geen formuleauto’s.
Jarno: Financieel gezien kon ik niet eens gaan karten. Maar ik had een sponsor die achter me stond, Henk de Jong, waarvoor mijn vader werkt. Dat is ook mijn geluk geweest voor de Formule 4. En nu heb ik ook nog eens Renault erbij.
Richard: Mijn vader heeft me eerst kunnen helpen, daarna de Nederlandse autosportfederatie KNAF. Toen heb ik echt megaveel geluk gehad. Als ik een crash zou hebben gehad en er schade betaald moest worden, was het al lastig geworden om door te gaan. Gelukkig kwam Red Bull na het eerste raceweekend aankloppen. Dat was een pak van m’n hart. En vooral van mijn vader. Ik heb er respect voor dat hij zo hard gewerkt heeft om het racen voor mij te betalen. Maar hoe krap het ook is, als je het rond hebt, moet je er niet meer aan denken en focussen op het rijden.

Is jullie familie erg betrokken bij het racen?
Jarno: Mijn opa en oom kartten vroeger, mijn vader ook. In eerste instantie was het niet het plan dat ik het zou gaan doen. Maar op mijn derde liet iemand me toch beginnen. Die sponsor heb ik nu nog steeds. Ik vond het toen gelijk ook leuk – op mijn tweede stond ik al te springen en keek ik al Formule 1.
Richard: Bij mij totaal niet. Ik ben met mijn vader begonnen met karten omdat ik hem door zijn drukke werk eigenlijk nooit zag. Dat ging steeds beter, en nu zijn we hier. Tegenwoordig zie ik hem juist weer bijna nooit meer, want ik woon al op mezelf in Eindhoven, in een topsportcomplex met veel zwemmers die niet normaal veel trainen. Daar word ik in meegetrokken.

Hebben jullie voor nu concrete doelen gesteld gekregen binnen de opleidingsprogramma’s?
Richard: Ik heb niet echt een doel gekregen, alleen dát ik moet presteren. Ze zien zelf wel of dat lukt of niet.
Jarno: Voor mij geldt hetzelfde. Zij en jij zien vanzelf wel of je goed genoeg bent. Als het niet lukt, komt dat meestal toch door jezelf.
Richard: Uiteindelijk moet je er nog steeds gewoon zélf keihard voor werken. Maar waarom zou je dat niet doen?

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.