Zelfs met de grandioze Enes Ünal op de Nederlandse velden ben ik huurlingenmoe
Foto via Twitter: Enes Unal

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

Zelfs met de grandioze Enes Ünal op de Nederlandse velden ben ik huurlingenmoe

Elke week schrijft Martijn Neggers een sportcolumn voor VICE Sports over het theater achter het Nederlands voetbal. Neggers staat erbij en kijkt ernaar.

Ik ben geen fan van gehuurde voetballers. Het lukt me gewoon niet. Het lukte me destijds niet om fan te worden van John Guidetti, het lukt me niet om vrolijk te worden van Bertrand Traoré en het lukt me maar niet om mijn hart sneller te laten kloppen van Enes Ünal. En toch, als je kritisch gaat kijken, zijn het stuk voor stuk bijzonder welkome aanvullingen voor de Nederlandse Eredivisie.

Een paar jaar geleden kwam John Guidetti naar Feyenoord, dat op dat moment nog in de donkerste dagen van een crisis zat. De 0-10 tegen PSV was pas één seizoen geleden, Mario Been was zojuist weggestemd door de spelersgroep en Georginio Wijnaldum en Leroy Fer, de kroonjuwelen uit de jeugdopleiding, waren net verkocht. Niet aan buitenlandse topclubs, maar aan PSV en aan FC Twente. Maar daar, als licht aan het einde van de tunnel, was John Guidetti. Hij was het Zweedse wonderkind dat hoogstpersoonlijk de wederopstanding optekende. Een hattrick tegen Ajax, planken op het veld. Er werd weer gelachen in de Kuip. Er kon weer gejuicht worden. Het legioen sloot hem in de armen als redder in nood, en huilde toen hij bij zijn laatste ereronde door het stadion door de microfoon “Champions League, Champions League, Champions League” zong. Vervolgens keerde hij weer terug naar zijn hoofddoel, naar de club van zijn dromen: Manchester City. Feyenoord was hartstikke leuk en aardig, maar terug zou hij niet meer komen. Hij had belangrijker zaken te verrichten. En weer verliet een smaakmaker de Eredivisie en ging terug naar zijn échte werk.

Advertentie

Daarom lukt het me maar niet om fan te worden van gehuurde voetballers. Hoe groot Guidetti ook was in Rotterdam, voor de jonge Zweed was Feyenoord slechts een bijgerecht.

Het lijkt een beetje op verliefd worden op het knapste meisje van de klas. Na een half jaar over haar te dromen, trek je op een dag de stoute schoenen aan en vraag je haar om mee te gaan naar de bioscoop. Omdat ze niet zoveel beters te doen heeft, zegt ze ja. Je hart maakt een polonaise door je borst en een week lang kijk je ernaar uit. Je gaat een keer naar de kapper van te voren, koopt een nieuw shirt en denkt vast na over onderwerpen om over te praten voor als er een pijnlijke stilte valt. Op de avond zelf is het fantastisch: ze lacht om je grapjes, ze vindt de film leuk, en op de oprit van haar ouderlijk huis kus je haar. Terwijl jij juichend naar huis fietst, krijgt zij een berichtje van Mike, de knapste jongen van school, of hij nog even langs zal komen. Als je maandag terug op school komt, heeft ze verkering met Mike. De rest van de middelbare school zal ze een knipperlichtrelatie met hem hebben. Elke keer als het even uit gaat, krijg je weer hoop: misschien nu dan toch! Maar elke keer zal ze toch weer teruggaan naar Mike.

In liefde – ook in clubliefde – moet in elk geval de schijn hooggehouden worden dat het gevoel wederzijds is. Ik weet ook wel dat echte clubliefde nog maar voor weinig spelers is weggelegd en dat het uiteindelijk allemaal gaat om de club die de hoogste loonstrookjes rondstuurt, maar toch. Zo’n huurconstructie heeft wel héél erg weinig schijn van wederzijdse liefde.

Advertentie

Enes Ünal wordt op handen gedragen in Enschede. Hij scoort aan de lopende band, en uit alle hoeken en standen. Hij is jong, vrolijk en Twentes hoop in bange dagen. Er wordt weer gelachen in de Grolsch Veste. Enes Ünal geeft Twente weer reden tot juichen, en daar waren ze na het virtuele failliet en de dreigende degradatie natuurlijk wel een beetje aan toe.

Maar mijn hart breekt aan het einde van dit seizoen, als FC Twente verrassend vierde wordt. Als al die supporters op de banken staan voor Enes Ünal, die op dat moment topscorer is geworden in de Eredivisie, met een doelpunt of achtentwintig. Ünal maakt nog een ereronde door het stadion, gehuld in een rood vest en een FC Twentesjaal. Hij zal de supporters toespreken – in het Engels – en zeggen dat hij trots is dat ze dit jaar zo ver zijn gekomen. Er zullen mensen huilen, op de tribunes. En dan, nog lang voor het stadion leeg is, zal hij met de taxi naar het vliegveld gebracht worden en in een vliegtuig naar Manchester stappen. Maandag komen de supporters van Twente weer op school, en heeft Enes Ünal weer gewoon verkering met Manchester City. Zoals Guidetti dat ook had, een paar jaar geleden.

En precies daarom zie ik liever Toornstra dan Berghuis, liever Dolberg dan Traoré en liever Nakamba dan Baker. De liefde moet nou eenmaal wederzijds zijn. Ze kunnen allemaal prima voetballen, maar ik ben een beetje huurlingenmoe – zelfs met de grandioze Enes Ünal op de Nederlandse velden.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.