We spraken bondscoach Remko Bicentini over het succes van het Curaçaose elftal
Foto's via Remko Bicentini

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

We spraken bondscoach Remko Bicentini over het succes van het Curaçaose elftal

Remko Bicentini schreef in oktober geschiedenis met het nationale voetbalteam van Curaçao.

De bondscoach leidde het Caribische eiland voor het eerst naar de Gold Cup, het equivalent van het Europees kampioenschap voor Noord- en Midden-Amerika. Op het toernooi, dat in juli plaatsvindt, wachten mogelijke tegenstanders als Mexico en de Verenigde Staten.

VICE Sports ging langs bij de 48-jarige trainer, die in het Gelderse Wijchen woont, en sprak hem over zijn verleden, de opkomst van het nationale elftal en de rol die Patrick Kluivert daarbij heeft gespeeld.

Advertentie

VICE Sports: Ha Remko, je vader heeft flink naam gemaakt bij NEC. Was je altijd de zoon van, toen je daar ook begon?
Remko Bicentini: Ja. Mijn vader, Moos Bicentini, is in de jaren vijftig naar Nederland gekomen om bij NEC te gaan voetballen. Hij was één van de eerste Antilliaanse voetballers die in Europa een contract kreeg. Hij was een attractie in Nijmegen, alsof ze nooit eerder een zwarte voetballer hadden gezien.

Mensen wilde hem aanraken en aan hem plukken om te kijken hoe een zwarte speler zou voelen. En op aanplakbiljetten voor de eerstvolgende wedstrijd werd vermeld dat NEC met Bicentini zou spelen. Hij kon ontzettend hard schieten en had heel dikke bovenbenen. Daar kwam dat verwoestende schot vandaan, werd gezegd. Hij was een attractie in positieve zin.

Ik heb daardoor wel altijd in de schaduw van mijn vader gestaan. Vooral bij NEC heb ik er last van gehad. Daarom ben ik erg blij dat ik nu uit zijn schaduw kan stappen. Wat ik heb bereikt als bondscoach heeft niets met hem te maken, maar met mijn eigen kwaliteiten. Op Curaçao zeggen ze dat de tweede vijftig jaar van de Bicentini’s is aangebroken. De eerste vijftig jaar waren voor mijn vader, nu is het mijn tijd.

Hoe ben jij zelf bij NEC terecht gekomen?
Ik ben als zoon van een Antilliaanse vader en Nederlandse moeder in Nijmegen geboren en getogen. In mijn eerste jaren voetbalde ik bij SV Hatert, tot ik op mijn twaalfde door NEC werd gevraagd. Ik heb de hele jeugdopleiding doorlopen en uiteindelijk 24 wedstrijden in het eerste gespeeld. NEC was mijn plafond. Daarna ben ik in Groesbeek bij de amateurs van De Treffers en Germania gaan voetballen.

Advertentie

Je bent niet alleen bondscoach van Curaçao, maar traint ook eersteklasser AWC in Wijchen.
Dat doe ik erbij omdat ik het heel leuk vind. Ik ben regelmatig op pad voor Curaçao, bij AWC accepteren ze dat. Curaçao gaat altijd voor.

Voel je je meer Antilliaan of Nederlander?
Ik ben geboren en getogen in Nederland, maar ben vaak op Curaçao. Als bondscoach van het eiland en oprichter van de stichting die ik daar heb, voel ik mij Antilliaan. Op Curaçao heb ik meer zelf moeten opbouwen, terwijl in Nederland mijn wegen als het ware al geplaveid waren. Hier zit alles structureel beter in elkaar.

Je hebt op Curaçao meer zelf moeten opbouwen?
Toen ik in 2007 assistent-bondscoach werd van de Nederlandse Antillen had het team drie profvoetballers. Het niveau was niet hoog. Inmiddels werk ik met dertig spelers die betaald voetbal spelen. Dat is een jarenlange investering geweest.

Daarnaast wilde ik, al voordat ik assistent-bondscoach werd, iets terugdoen voor het eiland. Ik heb het daar vaak met mijn vader (die in 2007 overleed, red.) over gehad. Ik heb geluk gehad dat ik in Nederland ben opgegroeid, want ik heb mij hier beter kunnen ontwikkelen dan menig kind op Curaçao. Ik wil de jongeren daar de kansen geven die ik hier ook heb gehad. Daarom ben ik twaalf jaar geleden met mijn stichting begonnen, waarbij we sociaal maatschappelijke projecten combineren met school.

Wat voor projecten zijn dat?
Wat doen de kinderen op Curaçao als ze om half twaalf klaar zijn op school? Vaak hangen ze rond op straat. Wij organiseren voetbaltoernooien en geven de ouders een trainingsopleiding zodat zij in de toekomst zelf ook een toernooitje of training kunnen regelen. Inmiddels heb ik 25 stagiairs, voornamelijk studenten pedagogiek, die goed kunnen omgaan met gezinsproblematiek. Het lukt ons elk jaar om acht tot twaalf kinderen uit hun isolement te halen. Verder heb ik het stadion opgeknapt waar mijn vader vroeger voetbalde, dat was helemaal vervallen. Tegenwoordig ligt er een kunstgrasmat in.

Advertentie

Leeft het voetbal op Curaçao?
Nu het nationale team het goed doet, merk je dat iedereen erbij wil horen. De kranten schrijven erover en als we een thuiswedstrijd spelen is het stadion met vijftienduizend plekken tot de nok toe gevuld. Qua geluid is het dan drie keer De Kuip. Iedereen heeft sambaballen bij zich en de wave wordt voortdurend ingezet. Voor die mensen is het echt een uitje als we moeten voetballen. We hebben een keer uit tegen Haïti gespeeld. Dat is het armste land waar ik ooit ben geweest, maar de mensen op de tribunes gingen te keer. Niet normaal. Het is een uitvlucht voor ze.

Zijn Antillianen anders dan Nederlanders?
Zeker weten, Antillianen zijn trots. Ik zal een voorbeeld geven: toen ik werd aangesteld als bondscoach, gaf de bondsarts mij een stropdas met de vlag van Curaçao erop. Hij zei me dat ik die vanaf dat moment moest dragen. In eerste instantie vond ik dat ik dat niet kon maken; de technische staf had net een keurig blauw pak met bijbehorende stropdas gekregen. Ik wilde niet anders zijn dan de rest. Maar ik wist hoeveel het voor de bevolking betekende als de bondscoach met de vlag van Curaçao op zijn stropdas zou lopen. En ja, de mensen waren door het dolle heen.

Hoe belangrijk is het voor de bevolking op Curaçao dat er ook spelers uit de Curaçaose competitie in het nationale team zitten?
Dat maakt de bevolking op het eiland extra trots. De beste spelers krijgen een soort trainingsstage bij het nationale team. Ze moeten laten zien dat ze het niveau aankunnen. In de wedstrijd tegen Puerto Rico, waarbij we ons plaatsten voor de Gold Cup, deden twee jongens uit de Curaçaose competitie mee. Het is goed om een aantal van die brutale spelers in het team te hebben. Zij weten hoe er in Midden-Amerika gevoetbald wordt; het gaat er vaak hard aan toe.

Advertentie

De rest van het team bestaat voornamelijk uit voetballers die in Nederland spelen of hebben gespeeld. Hoe kan het dat steeds meer voetballers met Antilliaans bloed voor Curaçao kiezen?
Toen Patrick Kluivert hier twee jaar geleden bondscoach werd is er veel veranderd. Vanaf dat moment werd het voetbal op Curaçao verder geprofessionaliseerd. Als je zo’n grote naam binnen haalt, moet je daar als bond ook wel in mee. We zijn al maanden bezig met de voorbereiding op de Gold Cup, deze zomer. De bond regelt trainingskampen, oefenwedstrijden tegen sterke tegenstanders en we scouten voortdurend om straks de sterkst mogelijke selectie te hebben. Toen ik hier tien jaar geleden als assistent-coach kwam, zouden we bij wijze van spreken een maand voor het toernooi zijn begonnen en blij zijn als we voldoende spelers hadden. Maar nu de voetbalbond de organisatie beter voor elkaar heeft, zijn spelers eerder bereid voor Curaçao te kiezen.

Verder heeft Kluivert een enorme aantrekkingskracht gehad. Het doet toch wat met voetballers als ze door Kluivert worden gevraagd. Patrick heeft dat fantastisch gedaan. Zonder hem had het nationale elftal nooit zulke stappen kunnen maken.

We zijn op de FIFA-ranglijst gestegen van de 123e naar de 75e plek. In Nederland wordt er niet veel waarde gehecht aan die lijst, maar in Midden- en Zuid-Amerika leeft dat enorm. Het is vooral leuk omdat er tegenwoordig serieus rekening wordt gehouden met Curaçao. Als ik tien jaar geleden met clubs om de tafel zat om over spelers te praten, werd er weleens gevraagd of wij op Curaçao ook elf tegen elf speelden. Die grappen worden nu niet meer gemaakt.

Jij volgde Kluivert afgelopen zomer op als bondscoach. Is zijn erfenis zwaar?
Absoluut niet. Patrick heeft mij zelf aangedragen als zijn opvolger. Hoe lekker is dat? We bellen soms. Vaak discussiëren we over het elftal van Curaçao. Hij wil dan weten waarom ik een speler wel of niet heb geselecteerd. Soms is hij het met mij eens, soms ook niet. Het is altijd goed om andere inzichten te krijgen, maar uiteindelijk bepaal ik wie ik selecteer.

Zie jij jezelf in de toekomst nog in de Eredivisie werken?
Daar kan ik moeilijk antwoord op geven. Momenteel heb ik het daar veel te mooi en goed voor. Wat mij betreft blijf ik heel mijn leven verbonden aan de voetbalbond van Curaçao.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.