Waarom ik vind dat de Voetbalwet grondig aangepakt moet worden

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

Waarom ik vind dat de Voetbalwet grondig aangepakt moet worden

Elke week schrijft Martijn Neggers een sportcolumn voor VICE Sports over het theater achter het Nederlands voetbal. Neggers staat erbij en kijkt ernaar.

Het weekend kabbelde naar een einde toe en mijn plan was simpel: ik zou een weinig verheffende column schrijven over de penaltyvloek in Eindhoven. Ik had al wat filmpjes opgezocht van Clarence Seedorf, Jaap Stam en Simone Zaza. Ik had een hele keur aan flauwe grapjes bedacht en een paar middelmatige metaforen. Een druilerig en regenachtig weekend krijgt de column die het verdient, dacht ik. En als ik terugkijk, denk ik: wat had ik graag over de penaltyproblemen van PSV geschreven. Maar toen was er Willem II tegen Feyenoord.

Advertentie

Aanvankelijk was Willem II – Feyenoord een wedstrijd om snel te vergeten. Het was behoorlijk saai en er ging veel mis. Los van één mooi doelpunt was het vooral een wedstrijd waarvan de overgrote meerderheid van de kijkers achteraf gedacht moest hebben: zo, wéér anderhalf uur van mijn leven die ik nooit meer terugkrijg. Kortom, ik zou schrijven over de penaltyvloek en dat was dat. Maar toen kreeg Renato Tapia de bal aan de voet, sneed door de verdediging van Willem II en scoorde. Ergens op een Tilburgse tribune vergaten een paar Feyenoord-supporters dat ze in een vak van de tegenstander zaten en juichten.

Nog voor ik vanachter mijn keukentafel kon mompelen: “Hoe komen die Feyenoord-supporters daar?”, zag ik op Twitter een foto voorbijkomen van een man die door een aantal andere mannen op Soprano-achtige wijze over de reling werd geduwd. Ik heb een paar minuten met afschuw naar de foto gekeken. Ik heb geen zin om afzonderlijke clubs of afzonderlijke supporters aan te wijzen; dit kan op elke tribune gebeuren. Maar dat is eigenlijk het allerergste aan deze actie.

Ik vraag me altijd af wat er omgaat in het hoofd van zo iemand. Ik vraag me af waar het misgaat. Is het puur oerinstinct of dat gaat iemand bewust in de aanval? In moeilijke afwegingen probeer ik mijn eerste, impulsieve, keuze altijd een beetje te toetsen aan de realiteit. Hoe zou dat er zondag hebben uitgezien bij de man die een andere man met een paraplu te lijf ging? Zou hij toen al beseft hebben dat hij een stadionverbod zou krijgen? Misschien heeft hij, terwijl hij het bandje van zijn paraplu nog even goed aantrok – je wil immers niet dat-ie zomaar open gaat – gedacht aan hoe hij morgen bij zijn baas aan het bureau zou zitten, die hem die foto onder zijn neus drukt en hem ontslaat. Of aan zijn dochtertje dat door zijn ontslag niet meer naar klarinetles kan omdat het geld op is. Ik vraag me af of hij dan al beseft dat vechten met een paraplu er op tv eerder drollig dan hardcore uitziet.

Advertentie

Of nee, eigenlijk vraag ik het me helemaal niet af. Ik denk dat er maar één gedachte door zijn hoofd galmde: ‘GODVERDOMME NONDEJU KUTFEYENOORDERS’. Meer niet. Ik denk niet dat realiteitszin, of ratio, op dat moment vat had op de beste man.

Er is in Nederland een groot probleem met een klein percentage van de mensen die graag voetbal kijken. Het grootste probleem is dat ze naast voetbal kijken ook graag andere mensen het leven zuur maken, door ze bijvoorbeeld te bedreigen, in elkaar te slaan met een paraplu, hun spullen kapot te maken of mensen over een balustrade proberen te smijten. Niemand durft ze écht aan te pakken, niemand durft er echt iets van te zeggen. Soms krijgt er eentje een stadionverbod, en soms wordt er eens eentje opgepakt, maar toch blijft de groep zich roeren.

Ik heb de verhalen over de oude Engelse voetbalhooligans uit de jaren tachtig ook gelezen, waarbij dodelijke incidenten geen unicum waren. Waar een rechter een gevecht tussen supporters “meer vond lijken op de slag bij Azincourt, dan op een voetbalwedstrijd”. Tot ‘Iron Lady’ Margaret Thatcher zelf vond dat het genoeg was en met een heus oorlogskabinet de oorlog aanging met het hooliganisme.

Het is in Engeland gelukt om deze wansmakelijke en barbaarse groepen supporters terug te dringen en kwijt te raken. Als ik morgen naar Oldham Athletic wil gaan, is de enige zichtbare veiligheidsmaatregel die nodig is een zeventig jaar oud Brits mannetje bij de ingang van het stadion. Hij vraagt of ik voor Oldham ben of voor de tegenstander, zodat hij me de linker- of de rechterdeur kan wijzen.

Advertentie

Daar kunnen we, als ik weer naar die foto kijk, in Nederland nog een hoop van leren. Als het zelfs in Engeland heel behoorlijk gelukt is, waarom leren wij het dan maar niet? Volgens mij is het antwoord heel simpel, en terug te leiden naar een opmerking die we veel te vaak horen na incidenten: “Dit zijn geen voetbalsupporters.”

Jawel. Dit zijn wél voetbalsupporters. Sterker nog, het zijn voetbalsupporters in functie. Iedereen kan zeggen dat dit gedrag niet bij voetbal hoort, maar zolang voorzitters en trainers maar blijven ontkennen dat dit mensen zijn die óók een onderdeel van de club zijn, blijft het misgaan. Hoe ban je immers iets uit als het niet bestaat? Het zijn wél voetbalsupporters, en ze vertonen gedrag waar geen enkel weldenkend mens op zit te wachten.

Het wordt tijd dat de overheid eens haar vuisten balt en haar tanden laat zien, om nou eens écht van het gelazer met deze mensen af te komen. Maak nou eens een echt strenge voetbalwet die ervoor zorgt dat zelfs deze mensen niet eens meer op het idee te komen om iemand over een hek te duwen omdat-ie per ongeluk voor de verkeerde club juicht. Blijkbaar durven de clubs het zelf niet, blijkbaar durven medesupporters het zelf niet. Mark Rutte, ga op zoek naar de Margaret Thatcher in je. Justitie heeft wel grotere bendes opgerold dan dit.

Want ik zeg het nog maar eens: ik schrijf zo veel liever over de penaltyvloek van PSV dan hierover.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.