Ik zat een avondje naast de stadionspeaker van FC Groningen

FYI.

This story is over 5 years old.

Sport

Ik zat een avondje naast de stadionspeaker van FC Groningen

Als geboren en getogen Hagenaar kan de stadionspeaker van FC Groningen het eigenlijk niet laten.

De naam van ADO-verdediger Tom Beugelsdijk, “een prototype rasechte Hagenees”, verdient uitgesproken te worden met een Haags sausje. Maar de 62-jarige Jan Wildeman houdt zich in. “Anders krijg ik ruzie,” grijnst hij naar zijn collega’s. Ik zit vanavond naast hem in de omroepkamer, die hoog is weggestopt in een hoek van de Euroborg.

Wildeman is voor FC Groningen, al sinds hij op zijn zestiende met zijn ouders naar Appingedam verhuisde. Hij is inmiddels 35 jaar de stadionspeaker van de club, sinds november 1981. “Iedereen zegt dat ik nu de langstzittende stadionspeaker van de Eredivisie ben, maar dat durf ik niet met zekerheid te zeggen.”

Advertentie

Naast ons is Dirk van Nieuwpoort (61) druk bezig met een mengpaneel, op zoek naar het juiste geluid. Van begin af aan werkt Wildeman samen met de dj. In het dagelijks leven werken ze ook samen, en maken ze een lokaal radioprogramma in Delfzijl.

Het aantal duels dat Wildeman in al die jaren heeft gemist is op twee handen te tellen. “Het zijn er zeker niet meer. Eén keer ging ik twee uur voor een wedstrijd in mijn woonkamer achter de kat aan en kwam ik met m’n oog langs een blad van een kamerplant. Er zat een scheurtje in mijn oog. Het traande als de ziekte en ik kon bijna niets zien.” In het stadion fluisterde Van Nieuwpoort hem toen in wie er gescoord had. “Ik heb nog een week met een piratenlapje op rondgelopen. Maar geen moment kwam het in me op om niet naar de wedstrijd te gaan.”

De stadionspeaker en de dj hebben aan weinig woorden genoeg. “Als ik bijvoorbeeld op het veld sta, kan Dirk aan mijn ademhaling horen of hij de muziek moet terugdraaien en de microfoon open moet zetten. Samen zijn we vier ogen met één stel hersens.”

Maar ondanks dat hij inmiddels honderden wedstrijden heeft meegemaakt, voelt Wildeman elke keer weer plankenkoorts. “Je weet nooit wat er gaat gebeuren, hè.” Zoals op 13 april, 2008. Groningen – Ajax, een zwarte dag in de clubhistorie. Op de Z-side werden toiletrollen in de brand gestoken. 28 mensen raakten gewond.

“Ik las net de opstellingen voor en zag allemaal mensen uit hun vakken breken,” zegt Wildeman. “Ik wilde ze nog terug naar de tribunes commanderen, want ik had niet meteen in de gaten dat alles in de fik stond. De closetrollen bleven hangen en de vlammen kropen omhoog de tribunes op. Dat was een eng moment. Je voelt als stadionspeaker de verantwoordelijkheid om de wedstrijd in goede banen te leiden. Het is een illusie dat je rellen kunt voorkomen, maar het is wel de taak om het niet te laten escaleren.”

Advertentie

Hij vindt de regels van de KNVB rond spreekkoren te streng. Als de scheidsrechter wordt beledigd, krijgt hij pas laat te horen of hij moet ingrijpen. “Dan zijn ze vaak alweer stil. Als ik dan nog wat roep, beginnen ze weer opnieuw. Eigenlijk wil ik de vrijheid hebben om er, hup, bovenop te klappen.”

Het duo Wildeman-Van Nieuwpoort in actie.

Wildeman heeft het maar druk op zijn hoge bureaustoel, met reclameblokken, het introduceren van clubmascotte Groby de ijsbeer en natuurlijk de opstellingen. Van echt moeilijke tongbrekers heeft hij vanavond geen last. Oké, de uitspraak van Tyronne Ebuehi en Tom Trybull vroeg hij voor de zekerheid even na, maar ze zijn niet van de orde Reza Ghoochannejhad van Heerenveen, vindt hij. Bij Groningen zelf was de pittigste zonder meer de Nigeriaanse middenvelder Oluwafemi Ajilore. “Maar als je het er eenmaal in hebt zitten, bekt het ook wel lekker.”

Bij buitenlandse clubs schakelt Wildeman soms een tolk in of hij informeert even bij de bezoekende club hoe je een naam uitspreekt. “Er is niks gênanter dan dat je een potje maakt van de namen. Wij zijn gastheer, dus het moet gewoon goed.”

Nadat hij een reclameblokje heeft voorgelezen, leidt hij een gesprek met Michael de Leeuw en Rasmus Lindgren in, dat op het veld plaatsvindt. Na hun zomerse vertrek worden ze nog eenmaal in het zonnetje gezet. Per ongeluk zet dj Van Nieuwpoort midden in het gesprek het opkomstnummer ‘Jump’ van Van Halen aan. “Mooi muziekje, ik zeg starten maar,” grapt De Leeuw door de microfoon.

Advertentie

Als de spelers het veld betreden, loopt Wildeman naar buiten en gaat vlakbij de deur zitten. “Achter glas een wedstrijd kijken, vind ik niks.” Maar na tien minuten rent hij weer zijn hokje in. Hans Hateboer heeft FC Groningen op voorsprong gezet. Wildeman grijpt naar de microfoon. Zijn collega heeft ondertussen de goaltune ‘Grunnens Laid’ van Pé Daalemmer & Rooie Rinus ingezet. “De stand is 1-0 in het voordeel van FC Groningen. Namens FC Groningen scoorde met nummer 33 Hans Hateboer.”

Terwijl Wildeman weer gaat zitten, legt hij me uit dat hij het expres zakelijk houdt. Bij doelpunten probeert hij zo min mogelijk een storende factor te zijn. Sommige supporters zeggen dat hij niet genoeg enthousiasme toont. Misschien waar, maar hij houdt niet zo van “ordinair geschreeuw”. Wildeman is een Hagenaar, maar hij heeft duidelijk de nuchterheid van een Groninger.

“De mensen komen niet voor mij, maar voor de wedstrijd. Bij sommige speakers heb ik het idee dat ze het vooral mooi vinden om aan het woord te zijn. Maar het verstrekken van zinloze informatie vind ik volkomen onnodig. Zoals het omroepen van de extra tijd. Dat is leuk voor egotrippers, maar iedereen ziet het bordje van de vierde official en het staat ook nog op het scorebord.”

In Duitsland en bij FC Twente is het een vast ritueel dat de speaker de voornaam van de scorende speler omroept. Supporters moeten vervolgens massaal de achternaam scanderen. “Dat heb ik een keer gedaan, maar dan word je hier voor gek versleten. Dat is niks voor FC Groningen. De mensen houden niet van die fratsen.” De supporters van FC Groningen zijn kritisch. Als Wildeman er een keer niet is, merkt hij pas de waardering van de Groningers. ‘‘Waar is ons vaste geluid?’, lees ik dan op Twitter. En: ‘Ik kan die nieuwe helemaal niet verstaan. Wat een eikel’.”

Advertentie

Vlak voor rust maakt ADO via Édouard Duplan gelijk. Maar Wildeman durft het niet met zekerheid te zeggen. “Ik zag het rugnummer niet.” Gelukkig is er een herhaling te zien. Het is inderdaad de ervaren Fransman met nummer 21.

Een heel stadion te woord staan is een kunst apart, legt Wildeman uit. Wie te snel praat, wordt niet gehoord. De woorden lopen dan kakofonisch in elkaar over. “Je moet rekening houden met de galm,” zegt hij. “En extra ar-ti-cu-le-ren. Nog meer dan een nieuwslezer. Het kunstje is om langzaam te praten zonder dat mensen merken dat je langzamer praat dan normaal.”

Wildeman vindt het maar niks om een wedstrijd achter glas te bekijken.

Het is rust, dus ik vraag hem wat de mooiste wedstrijd was die hij op het Groningse veld zag. Hij twijfelt tussen de Europese duels tegen Atlético Madrid in 1983 (3-0 winst) en Partizan Belgrado in 1989 (4-3 winst), nog in het Oosterpark. “Ik kies toch voor Partizan. Door de sfeer, de beleving, het goede voetbal. En we zagen een briljante Milko Ðjurovski.” Een zomer later kwam de ‘Rookmagiër’ naar Groningen.

Maar ook de eerste wedstrijd van Luis Suárez was een openbaring volgens de stadionspeaker. Hij heeft “de diamantjes” allemaal voorbij zien komen: de gebroeders Koeman, Robben, Nevland, Tadic. Maar het meest geniet hij van mannetjesputters. Andreas Granqvist en John de Wolf, bijvoorbeeld. “Het zijn spelers waar misschien niet iedereen voor naar het stadion komt, maar de Groningers wel.”

De tweede helft begint bijna dus Wildeman kan weer aan de slag. “Ik stel vast dat de teams ongewijzigd aan de tweede helft beginnen. Ik wens u een fijne tweede helft.” Hij legt de microfoon neer en zet zijn bril op. Grinnikend zegt hij: “Ik had mijn bril dan wel niet op, maar ik stel het toch even vast.”

Advertentie

Terwijl Wildeman even later de 2-1 van de Groningse spits Tom van Weert omroept, vertelt dj Van Nieuwpoort dat de stadionspeaker er ook wel eens naast zit. Toevallig bij een eerder onderonsje tussen Groningen en ADO zei hij dat niet de Hagenezen hadden gescoord, maar Ajax. “Waren ze blij mee, natuurlijk.”

Als Kevin Blom wat later het eindsignaal fluit, klatert hard applaus door de omroepkamer. “Hèhè,” zegt Wildeman rustig met de handen in zijn zakken. De dj slingert ‘Carnaval in ‘t Noorden’ door het stadion. Wildeman wijst het publiek alvast op het volgende duel “in het groene theater” tegen Roda JC en hij wenst iedereen nog een fijne avond.

“Zo, hèhè,” zegt hij nog een keer. De speaker en de dj ruimen op. “We blijven niet hangen voor een borreltje, nee dat niet,” zegt Wildeman. “Ik heb twee jaar geleden een bypassoperatie gehad en op al mijn medicijnen staat ‘pas op met alcohol’. Ik heb ook dik 25 jaar in de horeca rondgelopen als dj, dus ik ben wel uitgefeest, hoor.”

Dit is een verhaal uit de rubriek VICE Sports Clubmeubilair. Zie hier alle verhalen uit deze rubriek.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.